– Aandacht voor het jonge kind
Via observatie, o.a. met behulp van kleuterobservatiesysteem van KIJK! van Bazalt worden de ontwikkelingen van jonge kinderen gevolgd. De gegevens hiervan zijn van invloed op het aanbod van het onderwijs aan de groepen en individuele leerlingen.
Mochten deze observaties aanleiding geven tot zorg, dan wordt met behulp van andere observaties of toetsen de problematiek nader in kaart gebracht.
Hierover worden de ouders altijd geïnformeerd door de groepsleerkracht en/of de intern begeleider. Ook of er met behulp van (individuele) handelingsplannen extra hulp geboden moet worden.
Dit observatiesysteem sluit aan bij het observatiesysteem van vele VVE-instellingen, waaronder het kinderdagverblijf van KSH.
Aansprakelijkheid
We hopen en verwachten dat ouders, kinderen en leerkrachten nooit met verlies of diefstal van eigendommen te maken zullen krijgen. Toch is het nuttig om te weten dat in voorkomende gevallen, uitgezonderd gevallen van grove nalatigheid, noch de school, noch het personeel, noch de gemeente aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het verlies/diefstal/schade van/aan spullen van kinderen, ouders, of personeelsleden. Dit geldt zowel binnen het schoolgebouw als daarbuiten, evenals op door de school georganiseerde reizen/kampen/excursies e.d.
Dit geldt ook tijdens de zwemlessen en tijdens het vervoer van en naar het zwembad en de sporthal/gymzaal. Ook is er geen aansprakelijkheid voor schade aan fietsen die gebruikt worden in schoolverband.
Het personeel zal natuurlijk zijn uiterste best doen om schade/diefstal e.d. te voorkomen.
Autocascoverzekering
Kind en Onderwijs Rotterdam heeft een autocascoverzekering afgesloten. Deze dekt de dagwaarde van het beschadigde voertuig, met een jaarlijks aangepast maximum. Dit geldt voor schade aan de eigen auto van ouders, ontstaan tijdens ritten op verzoek van de schoolleiding, in verband met excursies, schoolreizen en kampen. De eigen auto’s dienen te zijn ingericht op personenvervoer. Het hebben van een inzittendenverzekering biedt voor u duidelijke voordelen, omdat ongeacht wie de schuld heeft, de eigen verzekering de ongevalschade (invaliditeit en overlijden) aan de inzittenden uitbetaalt. Hierbij moeten wel enkele duidelijke beperkingen vermeld worden:
Sinds 1 maart 2006 geldt het volgende:
Kinderen kleiner dan 1,35 m: Goedgekeurd kinderzitje verplicht
Kinderen groter dan 1,35 m en volwassenen: Autogordel en zo nodig ook een goedgekeurd kinderzitje (zittingverhoger) gebruiken
– te weinig gordels (tijdelijke uitzondering)
Als er meer passagiers zijn dan gordels, dan mogen kinderen groter dan 1,35 meter en volwassenen los op de achterbank zitten, zolang de aanwezige gordels maar door andere passagiers worden gebruikt.
– te weinig plaats
Als op de achterbank al twee kinderzitjes in gebruik zijn, is er vaak geen plaats meer voor een derde. In een dergelijk geval mag een kind vanaf 3 jaar op de overgebleven zitplaats de gordel gebruiken.
– geen gordels achterin
Kinderen jonger dan 3 jaar mogen niet op de achterbank vervoerd worden als daar geen gordels aanwezig zijn. Kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen mogen in dat geval los op de achterbank zitten.
– geen gordels voorin én achterin
Als voorin de auto ook geen gordels aanwezig zijn, mogen kinderen tot 3 jaar helemaal niet worden meegenomen. Kinderen van 3 jaar en ouder mogen in een auto zonder gordels niet voorin zitten als ze kleiner zijn dan 1,35 meter.
– vervoer van ‘andere’ kinderen
Van ouders wordt verwacht dat ze voor hun eigen kind een kinderzitje in de auto hebben. Voor andere kinderen die meerijden, kan niet altijd een kinderzitje aanwezig zijn. Bij dit soort incidenteel vervoer over beperkte afstand mogen op de achterzitplaatsen kinderen vanaf 3 jaar (maar niet de eigen kinderen) volstaan met gebruik van de gordel.
Wanneer men zich aan bovenstaande bepalingen houdt en er gebeurt een ongeluk, dan is lichamelijke schade aan ouders en leerlingen van onze school gedekt via de Schoolongevallenverzekering. De schade aan het voertuig is gedekt via de eerder genoemde Autocascoverzekering.
– Kostbaarheden
Wij verzoeken u geen horloges, sieraden of andere kostbaarheden te laten dragen als er gymnastiek of zwemmen op het rooster staat. Indien er iets zoek raakt, kan de school niet aansprakelijk gesteld worden voor de geleden schade. Het gebruik van mobiele telefoons en andere multimedia apparaten is niet toegestaan binnen de school.
ACTIVITEITENCOMMISSIE
Op school werken we met een activiteitencommissie (AC): een groep ouders die regelmatig assisteert bij allerlei activiteiten en die de hulp coördineert. De Albert Plesmanschool prijst zich gelukkig dat een groot aantal ouders bereid is op school te assisteren bij allerlei activiteiten. Dankzij deze ouders is er een bibliotheekwerkgroep, organisatie van activiteiten, assisteren bij de schoolfotograaf etc. Maar ook o.a. de Kerstpauzehap en de Paaslunch worden volledig door de ouders georganiseerd. Sommige ouders helpen regelmatig bij het begeleiden van kinderen bij excursies of gaan mee met het kamp voor groep 8. De school is daar zeer gelukkig mee en beveelt deze commissie dan ook van harte bij u aan. Hulp van ouders is in het huidige onderwijs onmisbaar geworden. Op deze manier raken de ouders ook nauwer betrokken bij de school.
KLASSENOUDER
De groepen 1 t/m 4 werken samen met een klassenouder. Door het inzetten van een
klassenouder kunnen de leerkrachten meer tijd besteden aan de echte onderwijstaken en kunnen toch ook leuke activiteiten voor de kinderen worden georganiseerd.
De klassenouder kan bij organisatorische zaken de leerkracht assisteren of deze zakenuit handen nemen van de leerkracht (vervoer bij excursies, projecten in de klas, schoonmaakavond, verjaardag leerkrachten etc.). Het is hierbij niet de bedoeling dat de klassenouder alles zelf doet, maar juist eerder dat hij of zij mensen om zich heen verzamelt die de zaken uitvoeren die de klassenouder coördineert. Per groep zal er één (soms twee) klassenouder(s) voor één schooljaar worden benoemd.
– Schoolbestuur
Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam
bezoekadres: Linker Rottekade 292, 3034 CV Rotterdam
postadres: Postbus 22009, 3003 DA Rotterdam
telefoon: 0104125101
e-mail: bureau@kindenonderwijsrotterdam.nl
website: http://www.kindenonderwijsrotterdam.nl
– Medezeggenschapsraad
– Oudergeleding:
mw Fockert, mw. Mertens, mw. Van der Slikke (voorzitter), dhr. Zuilhof
– Personeelsgeleding:
Mw van ’t Zelfde, mw. van Roosendaal. mw. De Lange (secretaris), mw. Van der Maas
email: medezeggenschapsraad@albertplesmanschool.nl
– Buiten- en tussenschoolse opvang
Kidsclub Ommoord en Kinderdagverblijf Ommoord: 010-2869071
Hoofdkantoor Kinder Service Hotels
Nijverheidsweg 14a
7031 BV Wehl
tel.: 0314-680498
fax: 0314-680948
email: info@kinderservicehotels.nl
website: www.kinderservicehotels.nl
– Inspectie van het Onderwijs:
info@owinsp.nl
www.onderwijsinspectie.nl
Vragen over onderwijs: 0800-5010 (gratis)
– Meldpunt Vertrouwensinspecteur:
Rijksinspectie: 0900-1113111 (lokaal tarief)
– PPO Rotterdam
Schiekade 34
3032 AJ Rotterdam
T : 010 – 3031400
– Anamneseformulier
Op de eerste wenochtend ontvangt u een digitale vragenlijst (anamneselijst) van de groepsleerkracht. Deze lijst bevat een aantal vragen over de voorschoolse ontwikkeling van uw kind.
U wordt vriendelijk verzocht deze lijst thuis in te vullen en terug te mailen naar de leerkracht.
De groepsleerkracht nodigt u binnen 3 weken uit voor een gesprek om de ingevulde lijst te bespreken.
Het kan van groot belang zijn om informatie met betrekking tot de ontwikkeling van uw kind door te spreken. Daarnaast willen we u in dit kennismakingsgesprek onze eerste indruk geven over de start van uw kind op onze school.
Onze school hanteert het “Anti-Agressie Protocol”. In dit protocol zijn afspraken gemaakt over het hanteren van omgangsvormen tussen ouders en de medewerkers van de school.
Dit protocol wordt onderschreven door alle Rotterdamse basisscholen.
Anti-Agressie Protocol:
Gedragscode voor ouders en medewerkers in scholen voor Primair Onderwijs.
Ouders en medewerkers die de school betreden, onderschrijven de volgende gedragscode en houden zich daaraan:
- Ouders en medewerkers tonen respect voor de kinderen, de andere ouders en medewerkers van de school.
- Ouders en medewerkers hanteren fatsoenlijk taalgebruik
- Ouders en medewerkers treden niet agressief op
- Wanneer er een conflict is, werken ouders en medewerkers mee aan het zoeken naar en het vinden van een oplossing.
- Pestprotocol
Alle leerlingen moeten zich op de basisschool veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Door regels en afspraken zichtbaar te maken, kunnen leerlingen en volwassenen elkaar aanspreken op de regels en afspraken, wanneer zich ongewenste situaties voordoen. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle leerlingen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan.
Leerkrachten, leerlingen, ouders en de Medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk ons pestprotocol.
De school moet proberen om pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de leerlingen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden besproken en afgesproken. Als pesten zich voordoet, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.
Een pestprotocol alleen is niet voldoende om een eind te maken aan het pestprobleem. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te laten komen, zodat het ook preventief kan werken.
Daarnaast is een stappenplan afgesproken om zo snel mogelijk in te spelen op ongewenst (pest)gedrag. Geen voorval is hetzelfde, dus is alleen een algemeen kader te schetsen met de afspraken. Men blijft afhankelijk van de snelheid van signaleren, inschatting van de ernst door betrokkenen en de gevolgen van de maatregelen.
Overigens bevat onderstaande lijst geen nieuwe zaken, maar staan de al geldende handelingen op een rij. Hierbij is wel de informatie van school naar voornamelijk ouders van belang.
– Stappenplan:
Het anti-pestprotocol is uitgangspunt. Aan het begin van een schooljaar wordt gedurende de “week van de beste maatjes” aandacht besteed aan dit protocol.
- Plagen is meestal niet erg, pesten wel.
- Na melding/signalering wordt door de betrokken collega meteen een gesprek met de gepeste en pester aangegaan om vervolgens in te schatten wat de ernst van de situatie is en of het al langer speelt. De inschatting van de leerkracht is hierbij doorslaggevend.
- Indien dergelijk pestgedrag zich herhaalt, worden de ouders van de gepeste en pester ingelicht, zodat de ouders weten dat er aan gewerkt wordt. De gesprekken worden doorgenomen met de pester/gepeste.
- Afhankelijk van de inschatting van de collega, kan het pestgedrag besproken worden in de groep, zodat meer kinderen ook een corrigerende functie krijgen.
- De Schoolgericht Maatschappelijk Werker kan ingezet worden na inschatting door de betrokken collega/intern begeleider.
- Binnen de school is een gedragsspecialist en pestcoördinator aanwezig.
- Vertegenwoordigers uit de groep kunnen het bespreekbaar maken in de leerlingenraad. Ook daar kan gevolgd worden of een bepaald voorval blijft voorkomen en kunnen kinderen met oplossingen komen.
- Als de genomen maatregelen geen effect hebben zal de locatieleider een gesprek hebben met de betrokken leerling(en) en ouders. Afhankelijk van de situatie zal naar oplossingen/maatregelen worden gezocht die de gepeste voldoende beschermen.
- Uiteraard wordt positief gedrag opgemerkt en beloond.
Vakanties/vrije dagen
zie: http://www.albertplesmanschool.nl
Onderaan de pagina vindt u de belangrijke data.
– Belonen en straffen
Op de Albert Plesmanschool proberen de leerkrachten en andere begeleiders zoveel mogelijk gewenst gedrag van de kinderen te benadrukken en te benoemen. Juist door het prijzen van kinderen, te benoemen wat er wél goed gaat en het belonen van gewenst gedrag, denken wij dat we ongewenst gedrag kunnen verminderen.
Ook bij het Taakspel, dat in de groepen 4 en 5 wordt gespeeld, worden leerlingen uitgedaagd om positief gedrag te laten zien. Het gewenste gedrag krijgt direct en veel aandacht, terwijl het ongewenste gedrag zoveel mogelijk wordt genegeerd. Het klimaat in de klas wordt daardoor prettiger.
Toch ontkomen we er helaas niet aan om af en toe ongewenst gedrag te bestraffen. Hierbij willen we wel benadrukken dat de bestraffing wel in verhouding moet staan met het ongewenste gedrag. Ook vinden wij dat de straf vrijwel meteen moet volgen op het ongewenste gedrag. Voor onze kinderen moet het duidelijk zijn waarvoor en waaróm er wordt gestraft. Het kan voorkomen dat een kind even een poosje een “time-out” nodig heeft. Betreft het een kort afzonderingsmoment, dan wordt het kind in het zicht van de leerkracht even op de gang geplaatst. Is een wat langere “time-out” noodzakelijk, dan wordt de leerling bij een andere groep geplaatst. In beide gevallen zal er met het betreffende kind worden gesproken waarom de leerkracht besloot tot het geven van een “time-out”.
Klassikale straffen vinden wij geen goede manier van corrigeren. De kinderen die goed en gemotiveerd meedoen met de les worden gestraft, terwijl zij geen aanleiding hebben gegeven voor de klassikale straf. Ook wordt bij klassikaal straffen de aandacht juist op het ongewenste gedrag gevestigd en we willen juist gewenst gedrag benadrukken.
– Betrokkenen in het traject van zorgbreedte
- groepsleerkrachten
Als eerst verantwoordelijken proberen zij eventuele problemen eerst in de groep op te lossen, met behulp van een intensieve aanpak en/of een individueel Ontwikkelingsperspectief. Hierin wordt het doel voor de resterende onderwijstijd vastgesteld, met een passende aanpak in de groep en een passend uitstroomdoel. - intern begeleiders
Samen met de groepsleerkracht bespreken de intern begeleiders de ambities en de aanpak op groepsniveau om kinderen zoveel mogelijk passend onderwijs te geven. Daarnaast testen of observeren zij kinderen, die ondanks aangeboden hulp, problemen houden. Tenslotte onderhouden de intern begeleiders het contact met de wijk, School Maatschappelijk Werk, Passend Onderwijs en deskundigen van externe instanties.
Zie hiervoor het item ‘Lekker Fit’.
Sinds 2014-2015 hebben wij de Bibliotheek op School. De Bibliotheek op School is een beproefde en succesvolle educatieve aanpak voor de samenwerkingspartners bibliotheek, basisschool en gemeente. De aanpak richt zich op het meetbaar verbeteren van kennis, vaardigheden en motivatie van basisschoolleerlingen op het gebied van de thema’s lezen en mediawijsheid. Het uiteindelijke doel is om kinderen taalvaardig en mediawijs te maken, opdat ze goed zijn voorbereid op het vervolg van hun schoolloopbaan en op hun functioneren in de samenleving. We maken gebruik van wisselcollecties, die op school worden bezorgd. In oktober 2016 openden we onze schoolbibliotheek, waarin naast de wisselcollecties van de centrale bibliotheek ook onze eigen boeken staan. Met behulp van het uitleensysteem Schoolwise, dat te vergelijken is met het uitleensysteeem van de landelijke bibliotheken, kunnen de kinderen daardoor hun eigen boek op school lenen. Vooralsnog alleen voor gebruik op school. Een onderdeel van de Bibliotheek op school is een monitor die digitaal wordt ingevuld door leerlingen van groep 5 t/m 8 en alle leerkrachten. De monitor meet het leen- en leesgedrag van leerlingen, de leesmotivatie van leerlingen en het lees bevorderende gedrag van leerkrachten. De resultaten worden in het team besproken met de leesconsulent. De bibliotheek wordt op orde gehouden door een enthousiaste groep ouders, die ook iedere week de uitleen verzorgen.
Twee keer per jaar oefenen we samen met de kinderen “hoe te handelen in geval van brand”. Soms worden brandweer en politie van tevoren op de hoogte gebracht. Op diverse punten op de gangen, in aparte kamers en in iedere klas hangt een instructie “hoe te handelen in geval van brand”.
Voor ouders waarvan hun eerste kind 4 jaar wordt, hebben we een kleine folder waarin allerlei wetenswaardigheden staan, die u kunnen helpen op bepaalde terreinen. Deze folder wordt bij de inschrijving uitgereikt. De folder is tevens op onze website te lezen.
Zie ‘Kinder Service Hotels’
Op school is het CJG er ook voor jou. Basisschoolkinderen ontwikkelen zich volop. Dat is leuk, maar je kan er ook onzeker van worden. Met al je vragen over opgroeien, opvoeden en gezondheid kan je terecht Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond. Het CJG kijkt ook op verschillende momenten of kinderen zich goed ontwikkelen, vanaf de zwangerschap totdat je kind 18 jaar is. Dat doen we op school, bij jou thuis, via (beeld)bellen of op onze CJG-locaties.
Hoe zie je als ouder het verschil tussen gezonde en ongezonde spanning? Welke sport past bij je kind? Wat moet je doen als je kind wordt gepest, of als je kind zelf pest?
Allemaal vragen waar onze professionals bij kunnen helpen. Door te adviseren, ondersteunen en mee te denken. Samen zoeken we naar een antwoord of naar de juiste deskundige die je verder kan helpen. Zo maken we met jou gezond en veilig opgroeien mogelijk.
5 jaar consult
Alle kinderen worden als zij 5 jaar zijn samen met hun ouders uitgenodigd voor een afspraak. We meten en wegen je kind in ondergoed, bekijken de groei en onderzoeken de ontwikkeling. Ook doen we een ogentest. Heb je vragen over de opvoeding, thuis- of schoolsituatie of gezondheid van je kind, dan kun je hiervoor een extra afspraak maken.
9 jaar consult
Ook in het jaar dat je kind 9 jaar wordt, krijg je een uitnodiging om samen voor een afspraak op het CJG langs te komen. Tijdens het consult meet en weegt de jeugdverpleegkundige je kind en kijkt naar de ontwikkeling en gezondheid. Ook geeft de jeugdverpleegkundige samen met de doktersassistent de DTP- en/of BMR-vaccinatie. Zo voorkomen we dat jouw kind ernstige infectieziekten krijgt. Heb je vragen over bijvoorbeeld slapen, (sociale) mediagebruik of over gedrag? Stel ze gerust.
HET ZORGTEAM
Het zorgteam bestaat uit verschillende deskundigen die verbonden zijn aan de school. Samen bespreken zij leerlingen. Afhankelijk van de vraag kan school de jeugdverpleegkundige van het CJG uitnodigen om deel te nemen aan het zorgteam. Hiervan word je altijd op de hoogte gebracht.
De jeugdverpleegkundige op school
Aan iedere school is een jeugdverpleegkundige verbonden, waar je altijd jouw vragen aan kan stellen. Bijvoorbeeld over voeding, beweging, slapen, luisteren of (faal)angst. Geen vraag is ons te gek!
Voor IKC Albert Plesman is dit Merel Hamstra.
Telefoonnummer: 088 – 20 10 000
E-mail: m.hamstra@cjgrijnmond.nl.
Kloppen jouw contactgegevens nog?
Geef jouw telefoonnummer en/of e-mailadres aan ons door als deze niet bij ons bekend zijn of in het afgelopen jaar veranderd zijn. Dat kan op de manier die jij prettig vindt. Bijvoorbeeld via mijn.cjgrijnmond.nl waarop je inlogt met jouw DigiD.
Alle andere manieren vind je op cjgrijnmond.nl/contact. Zo kunnen we je uitnodigen voor afspraken en contact opnemen als dat nodig is.
CJG Rijnmond. Ondersteuning bij de grootste opgave in een mensenleven
Onze jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, (dokters)assistenten, (ortho)pedagogen en andere deskundigen staan voor alle gezinnen klaar. Wil je meer weten over CJG Rijnmond, wat je kunt verwachten van de afspraken waarvoor we jou en jouw kind uitnodigen of contact met ons opnemen? Kijk dan op cjgrijnmond.nl. Ook vind je hier een overzicht van gratis webinars en (online) cursussen die wij geven, zoals Praten met je kind, Mediaopvoeding, Positief opvoeden en nog veel meer.
ZORG- EN ADVIESTEAM
De jeugdverpleegkundige neemt ook deel aan het Onderwijs-Zorg-Overleg (OZO) op school. Daar wordt de ontwikkeling besproken van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kan zijn dat u ook hiervoor wordt uitgenodigd. Soms wordt een kind extra opgeroepen door CJG naar aanleiding van dit overleg. Het is ook mogelijk zelf een gesprek bij de jeugdverpleegkundige aan te vragen of langs te gaan tijdens het inloopspreekuur van het CJG. Als uw kind opgeroepen en/of besproken wordt, bent u hiervan altijd op de hoogte.
De school spant zich in om geld bijeen te brengen voor een goed doel. Het is van belang dat de kinderen leren dat er ook ‘een andere wereld’ is dan de onze. De projecten die wij ondersteunen kunnen zowel in het binnen- als buitenland zijn. Soms zijn het lopende projecten, zoals van Edukans (hierbij staat onderwijs in kansarme gebieden centraal), maar er kunnen ook acties gehouden worden, omdat er actuele zaken spelen. De afgelopen jaren brachten onze leerlingen onder andere geld bijeen voor het Stichting Kinderen van de Voedselbank “Operatie schoenendoos”, Villa Joep, maar ook voor de kinderboerderij “De Blijde Wei”.
Jaarlijks wordt in overleg met de Medezeggenschapsraad (MR) en de Leerlingenraad (LR) een bestemming gezocht die de kinderen aanspreekt. Komend schooljaar zullen opnieuw twee acties gehouden worden. Ideeën voor een actie zijn van harte welkom en kunnen worden ingediend bij een van de leden van de medezeggenschapsraad of de leerlingenraad.
– Digitale vaardigheden
Met de inzet van moderne leermiddelen kunnen wij opbrengstgericht werken. Elk kind leert anders. Door het gebruik van moderne leermiddelen kunnen wij nog beter rekening houden met de aanleg en de mogelijkheden van onze leerlingen. Bovendien is ‘digitale geletterdheid’ één van de 21e -eeuwse vaardigheden die wij onze leerlingen graag meegeven. Met een leergang digitale vaardigheden ontwikkelen kinderen een stevige basis voor hun verdere digitale ontwikkeling. Enerzijds door een fundamenteel inzicht in media in het algemeen en digitale en sociale media in het bijzonder. Anderzijds door op jonge leeftijd competenties te ontwikkelen waarmee ze niet alleen het gebruik maar ook de ontwikkeling van software in de basis begrijpen.
In samenwerking met House of Typing krijgen de leerlingen van groep 6 lessen toetsenbordvaardigheid aangeboden. Met deze lessen en het oefenen thuis krijgt de leerling de mogelijkheid om het diploma toetsenbordvaardigheid te halen.
- ICT
Onze kinderen zijn in een digitale wereld geboren en ervaren, hoe jong ook, daarin een grote vanzelfsprekendheid. Het dwingt ons zorg te dragen voor een steeds weer up-to-date ICT infrastructuur. Hieronder verstaan wij het werken met veilige, betrouwbare en gestandaardiseerde hardware (zoals pc, laptop, tablet en iPad). De digitale mogelijkheden zijn een belangrijk middel bij de instructie en een hulpmiddel voor interactieve opdrachten. Ze zijn afgestemd op de doelgroep en geven helder, duidelijk en scherp beeld en geluid. De infrastructuur (draadloos netwerk) is dusdanig uitgebreid, dat het mogelijk is om met een hele groep tablets of laptops in te zetten. Het netwerk in de school, zowel bekabeld als ook draadloos, moet dekkend worden voor de hele school, stabiel en snel.
In de groepen 1 en 2 zijn een aantal Ipads voor de kinderen om te oefenen met de lessen van de methode ‘Kleuterplein’. In de groepen 3 en 4 worden de pc’s gebruikt voor extra oefeningen en bij de eigen taken van de rekenmethode. Vanaf groep 5 worden de meeste vakken digitaal verwerkt op laptops.
Hoe vanzelfsprekend de digitale wereld ook voor onze kinderen al is, hun digitale geletterdheid is, als onderdeel van de 21e eeuwse vaardigheden, een van onze onderwijsopdrachten. Daarom integreren wij computational thinking, informatievaardigheden, ICT-basisvaardigheden en mediawijsheid in ons onderwijs.
De digitale wereld stelt ook eisen aan de 21e eeuwse vaardigheden van onze medewerkers en de veilige digitale omgeving waarin wij met kinderen, ouders, ketenpartners en elkaar communiceren.
In de groepen 1 t/m 8 maken we gebruik van touchscreens (interactieve borden). Hiermee kan op interactieve wijze instructie worden gegeven, internet worden gebruikt en bijv. televisie of filmpjes worden gekeken.
Met behulp van de aangeschafte pakketten (reken‑, taal‑ en wereldoriënterende programma’s) komen de leerlingen op een andere manier in aanraking met de lesstof.
We maken gebruik van de volgende programma’s: | |
groep 1 en 2 | Kleuterplein (diverse oefeningen die aansluiten bij het leerprogramma)
Bouw (leesoefeningen met een maatje en thuis oefenen) Bereslim (leesoefeningen met prentenboeken, op school en thuis) Veilig Leren Lezen (taal en lezen) |
groep 3 | Veilig Leren Lezen (taal en lezen)
Bouw (leesoefeningen met een maatje en thuis oefenen) Wereld in Getallen (rekenen verwerkings- en oefensoftware) |
groep 3 t/m 8 | Wereld in Getallen (rekenen verwerkings- en oefensoftware)
Taal Actief 4 en Bloon (spelling) Join In (Engels) De Zaken van Zwijsen. (aardrijkskunde, geschiedenis en Natuur) Nieuwsbegrip (huiswerk begrijpend lezen) en Flits (leesoefeningen) Word en PowerPoint Verwerkingssoftware voor taal, rekenen en spelling Toetssoftware voor de meeste vakken. Bareka (rekenen automatiseringsoefeningen) |
Voor het gebruik van internet is een protocol opgesteld, dat uitgaat van verantwoordelijkheid van de leerlingen ten aanzien van het bezoeken van websites. Er wordt gebruik gemaakt van een filter.
Het protocol:
Ja, ik wil graag internetten op school.
Daarom beloof ik me aan de volgende regels te houden:
- Ik mag alleen internetten als het is toegestaan door de meester of de juf;
- Ik bekijk alleen sites die te maken hebben met de lesopdracht;
- Ik mag iets printen als ik toestemming heb gekregen van de meester of juf;
- Bij gebruik van een zoekmachine gebruik ik normale woorden;
- Ik zoek geen woorden die te maken hebben met grof woordgebruik, racisme, discriminatie, seks, geweld, enz.;
- Ik mag een e-mail versturen als de juf of meester het gelezen heeft;
- Ik chat alleen als ik toestemming heb van de meester of de juf;
– Ik download geen programma’s en ik vul geen bestelformulieren in.
De schoolleiding wordt gevormd door de directeur, dhr. Goudappel. De intern begeleiders en specialisten vormen met de directeur het managementteam.
– Doubleren
Wanneer er ernstige zorg bestaat over de ontwikkeling van een kind, neemt de leerkracht vanzelfsprekend contact met de ouder op. Bij twijfel over de mogelijkheid van een kind om naar de volgende groep te gaan, wordt een vast traject bewandeld, dat in het kort hierop neerkomt: ·De leerling wordt op een leerlingbespreking besproken.
Er is hulp geboden door de groepsleerkracht in de vorm van een handelingsplan.
De ouders worden uiterlijk direct na de leerlingbespreking van februari/maart ingelicht over de zorg die er bestaat over de ontwikkeling van het kind.
Het kind wordt op sociaal‑emotioneel gebied getoetst en zo nodig vult de groepsleerkracht een vragenlijst in.
Er wordt gezocht naar een oplossing waarin de ouders en de school zich kunnen vinden.
De uiteindelijke beslissing ligt bij de school, vooral bij de groepsleerkracht in overleg met de intern begeleider, die daartoe is gemandateerd door de directie.
– Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften
Wanneer het hele zorgtraject is doorlopen en kinderen binnen de school niet verder kunnen worden begeleid, wordt in overleg met de ouders gezocht naar een passende school binnen het Samenwerkingsverband.
De Albert Plesmanschool staat in principe positief tegenover het opnemen van kinderen met een specifieke behoefte. Per keer wordt zorgvuldig afgewogen wat de school kan bieden (zie ook Passend Onderwijs).
Over leesproblemen en dyslexie
Een op de tien leerlingen in het basisonderwijs heeft moeite met leren lezen. Veel leesproblemen kunnen worden voorkomen dan wel verholpen in het basisonderwijs. Bij leerlingen met ernstige leesproblemen of dyslexie is het nodig om het Protocol Leesproblemen en Dyslexie te hanteren. Dit is uitgegeven voor de groepen 1-4 en voor de groepen 5-8. Beide protocollen zijn op school aanwezig en worden gehanteerd in overleg met de leerling en zijn ouders.
– Eerste schooldag
Een kind mag naar school als het vier jaar wordt. Tijdens de inschrijving wordt een mogelijke eerste schooldag bepaald. Mocht tijdens het wennen blijken dat het verstandig is van de afgesproken datum af te wijken, dan kan er op initiatief van de groepsleerkracht met de ouders een andere eerste schooldag worden afgesproken. Als er veel nieuwe kinderen zijn, die na de zomervakantie voor het eerst op school komen, worden ze op verschillende tijdstippen uitgenodigd, zodat er meer persoonlijke aandacht aan ze besteed kan worden.
Met enige regelmaat zijn er uitstapjes naar de kinderboerderij ‘De Blijde Wei’, de gemeentebibliotheek in de Romeynshof, een museum (Boymans van Beuningen, Museum voor Land en Volkenkunde, Belastingmuseum e.d.) of het theater (Luxor of de Doelen). Bij deze uitstapjes wordt altijd een beroep gedaan op de medewerking van de ouders, hetzij om als begeleider mee te gaan, hetzij om de kinderen per auto te vervoeren. Soms gaat de reis per bus of metro, soms te voet.
Dit jaar maken we veel gebruik van Buzz010. Dit is een mooi initiatief, waardoor we voor een sterk gereduceerde prijs met een touringcar kunnen reizen naar educatieve bestemmingen in Rotterdam.
Eenmaal per schooljaar komt de schoolfotograaf op bezoek. Dit jaar worden de foto’s gemaakt door een nieuwe schoolfotograaf. De data waarop de foto’s worden genomen waren bij het opstellen van de schoolgids nog niet bekend. Wij maken deze lopende het schooljaar via ParentCom bekend. Hij maakt altijd een portret en een klassenfoto en in voorkomende gevallen een foto met meerdere gezinsleden op school. U bent uiteraard vrij in de keuze om de foto’s al dan niet te kopen.
Dobbelsteen
In de ‘dobbelsteen’ worden verloren en vergeten kledingstukken verzameld. De dobbelsteen wordt regelmatig geleegd en de school zorgt er dan voor dat de niet teruggehaalde spullen bij een goed doel terechtkomen. Dus wanneer u iets mist: kom even langs om te kijken of het misschien in de ‘dobbelsteen’ terecht is gekomen. Gevonden sieraden, horloges, sleutels en dergelijke worden bij de administratie afgegeven.
Groepsindeling
Voor de kleutergroepen geldt dat we werken met twee homogene groepen: een groep 1 en een groep 2. Wanneer het leerlingaantal dit vraagt en de middelen beschikbaar zijn, kan lopende het schooljaar een instroomgroep worden gerealiseerd.
De groepen 3 t/m 8 zijn op leeftijd ingedeeld. We starten dit schooljaar met twee groepen 3, één groep 4, twee groepen 5, één groep 6, één groep 7 en één groep 8.
- Halen en brengen van kinderen per auto
Het verdient aanbeveling kinderen alleen bij hoge uitzondering met de auto te brengen en te halen. Wanneer het echt niet anders kan, verzoeken wij u zodanig te parkeren dat het overige verkeer niet wordt gehinderd en de veiligheid van de kinderen bij het oversteken niet in gevaar wordt gebracht. Dus niet parkeren op of dicht bij het zebrapad, dubbel of op de stoep of zodanig dat het uitzicht belemmerd wordt.
Bij ernstige en herhaalde overtreding van de parkeerverboden wordt de politie gewaarschuwd. Regelmatig wordt vanuit de school aan de politie gevraagd te surveilleren.
Hoofdluis
Hoofdluis steekt regelmatig de kop op en regelmatig worden er op school kinderen met hoofdluis gesignaleerd. Dit is beslist geen drama en u hoeft u zeker geen verwijten te maken als uw kind hoofdluis heeft opgelopen. Het krijgen van hoofdluis heeft niets te maken met lichamelijke hygiëne: De hoofdluis komt niet alleen voor op vuile, ongewassen hoofden, maar juist ook op schone haren vindt de luis zeer aangenaam.
Wat is hoofdluis?
De hoofdluis is een parasiet: het beestje leeft van mensenbloed. Hij zoekt graag behaarde en warme plekjes op zoals achter de oren, in de nek of onder een pony. Een volwassen hoofdluis is ongeveer zo groot als een sesamzaadje. Hij is grijsblauw of, nadat hij bloed opgezogen heeft, roodbruin van kleur. Mensen en alle diersoorten hebben een eigen luizensoort. Hondenluizen kunnen bijvoorbeeld niet op mensen overleven en andersom.
De eitjes van de hoofdluis, de neten, zijn ongeveer 1 millimeter groot en zijn doorzichtig of grijswit. Ze lijken op roos. Maar roos zit los, terwijl neten juist aan de haren kleven. Levende neten zitten ongeveer tot 2 cm van de haarwortel. Neten die op grotere afstand zitten leven meestal niet meer of zijn al uitgekomen.
Hoofdluis kan kruipen en verspreidt snel. Een jonge hoofdluis komt na 7 tot 10 dagen uit het ei en is 7-10 dagen daarna volwassen. Alleen volwassen hoofdluizen kunnen eitjes leggen. Een hoofdluis leeft ongeveer één maand en legt in elke dag 5 of 6 eitjes. Uit deze eitjes komen weer nieuwe hoofdluizen. Snel ingrijpen is bij hoofdluis dus belangrijk.
Hoe krijg je hoofdluis?
Hoofdluis kun je krijgen van contact met iemand die hoofdluis heeft: de luizen lopen van het ene hoofd naar het andere. Ze verplaatsen zich niet via kleding of andere spullen (tenzij deze spullen haren bevatten). Springen kunnen ze niet. Hoofdluis komt vaker bij kinderen voor, omdat tijdens het spelen of maken van selfies de hoofden elkaar raken. Ook volwassenen kunnen hoofdluis krijgen.
Is het erg op hoofdluis te hebben?
Hoofdluis is beslist geen drama en je hoeft jezelf niets te verwijten als je kind hoofdluis heeft. Hoofdluizen kunnen geen ziekten overbrengen. Het is onschadelijk, maar het kan veel jeuk geven. Door krabben kunnen er infecties ontstaan. Het krijgen van hoofdluis heeft niets te maken met schone of vieze haren.
Het ontdekken van hoofdluis
Hoofdluis begint vaak met jeuk, maar niet altijd. Als je controleert, kijk dan goed tussen de haren, vooral achter de oren en in de nek. Je ziet de hoofdluizen dan bewegen. Ook als je geen luizen ziet maar wel grijswitte puntjes, is er waarschijnlijk sprake van hoofdluis. Die puntjes zijn eitjes van hoofdluis. Uit deze eitjes komen nieuwe hoofdluizen.
Gebruik een luizenkam of andere fijntandige kam om te controleren op hoofdluis. Met een luizenkam kan het moeilijk zijn om heel dik haar te kammen, dan kun je ook een andere fijntandige kam gebruiken.
Kam het haar met een fijntandige kam boven wit papier of de wasbak. De luizen zullen op het papier of in de wasbak vallen als kleine grijsblauw of roodbruin gekleurde spikkels. Ze zijn zo groot als een sesamzaadje en bewegen. Wanneer je controleert zonder te kammen, is de kans groot dat je luizen mist.
Bij het ontdekken van hoofdluis neemt u de volgende stappen:
- Controleer alle gezinsleden.
- Behandel gezinsleden die hoofdluis hebben. Er zijn drie behandelmogelijkheden, zie hieronder.
- Vertel mensen in de directe omgeving dat je kind hoofdluis heeft. Denk aan school, kinderopvang, (sport)clubs, opa’s oma’s, de oppassen en ouders van vrienden.
De behandeling
Er bestaan twee soorten behandelingen om hoofdluis te verwijderen:
- De uitkambehandeling: Twee weken lang het haar dagelijks doorkammen met een fijntandige kam.
- De uitkambehandeling in combinatie met antihoofdluismiddel. Als je een antihoofdluismiddel gebruikt, is het belangrijk om ook dan het haar twee weken lang dagelijks te kammen met een fijntandige kam.
Kam twee weken lang elke dag het haar met een fijntandige kam, in combinatie met crèmespoeling. (De neten zijn moeilijk te verwijderen met kammen. Na 7 tot 10 dagen komt de neet van een hoofdluis uit. Dan kruipt een jonge hoofdluis uit het ei. Deze jonge hoofdluis is wel te verwijderen door te kammen met een fijntandige kam. Als je twee weken lang dagelijks kamt, verwijder je alle hoofdluizen voordat ze nieuwe eitjes kunnen leggen.) Een luizenkam is te koop bij de drogist of apotheek.
Je gaat als volgt te werk
De uitkambehandeling:
- Maak het haar door en door nat. Verdeel crèmespoeling door het haar.
- Bescherm de ogen met een washandje en kam dan eerst met een gewone kam de klitten weg. Spoel dit niet uit.
- Houd het hoofd voorover boven een wasbak of een stuk wit papier.
- Pak een fijntandige kam en kam het haar van achter naar voren, tegen de hoofdhuid aan; start bij het ene oor en schuif, plukje voor plukje, na elke kambeweging op naar het ander oor.
- Vastgeplakte neten kan je met je nagels verwijderen. Eventueel kan je ze eerst losweken door te deppen met azijn.
- Veeg tijdens de kambeurt de kam regelmatig af aan een stuk keukenpapier op papieren zakdoek. Gooi deze na afloop weg.
- Spoel vervolgens de crèmespoeling uit het haar.
- Maak de kam na gebruik schoon met water en zeep.
Als de uitkambehandeling niet heeft gewerkt dan kan je dit herhalen in combinatie met een antihoofdluismiddel.
Welk antihoofdluismiddel kies ik?
Je kunt het beste een hoofdluismiddel gebruik met dimeticon. Er zijn in Nederland verschillende antihoofdluismiddelen verkrijgbaar in de vorm van een lotion of shampoo. Deze middelen hebben de volgende werkzame stoffen:
- dimeticon
- malathion
- permetrine
Tegen malathion en permetrine is de hoofdluis steeds vaker resistent (ongevoelig). Daarom hebben middelen met dimeticon de voorkeur. Tegen deze middelen is geen resistentie mogelijk, omdat dimeticon een andere werking heeft, het verstikt namelijk de luis. (Dit is verkrijgbaar bij de drogist en apotheek vanaf €6,89 van het huismerk)
Hoe zorg ik dat de hoofdluis zich niet verder verspreidt?
Het is belangrijk aan iedereen in de omgeving te laten weten dat je hoofdluis hebt gevonden. Denk aan de school, kinderopvang of (sport)clubs, opa’s, oma’s, oppassen en ouders van vriendjes. Zij kunnen dan ook controleren en zo voorkomen dat kinderen opnieuw besmet raken. Vooral op school is het belangrijk om alle kinderen uit een groep tegelijk te controleren. Bovendien moet de behandeling van kinderen met hoofdluis op dezelfde dag starten. Dit voorkomt dat de luizen zich toch verspreiden. Daarnaast is het advies om de hele schoolklas en alle huisgenoten twee weken later opnieuw te controleren.
*Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
HUISWERK
Er wordt op de Albert Plesmanschool veel belang gehecht aan het leren omgaan met huiswerk. In groep 4 en 5 krijgen de kinderen al regelmatig thuisopdrachten aangeboden. Vanaf groep 6 krijgt het huiswerk een meer vast karakter. Huiswerk wordt opgegeven om:
-vaardigheden die in de klas aan de orde zijn geweest te trainen, bijvoorbeeld werkwoorden of cijferend delen;
-stof te herhalen: nadat een hoofdstuk of onderwerp in de klas aan de orde is geweest, wordt hierover een repetitie gegeven;
-de belangstelling te wekken: de kinderen krijgen bijvoorbeeld de opdracht op zoek te gaan naar voorwerpen of plaatjes;
-de werkhouding, het plannen en de zelfstandigheid (samengevat: het leren leren) te bevorderen ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs;
-kinderen te leren hoe ze om moeten gaan met een (digitale) agenda.
In groep 6 maken de kinderen elke week van Nieuwsbegrip de opdracht ‘’andere tekstsoorten’’. De opdracht “Woordenschat” wordt aangeraden, maar is nog niet verplicht. Daarnaast krijgen de kinderen één keer per week huiswerk, dat een week van tevoren wordt
opgegeven en waarbij de nadruk ligt op het leeraspect.
In groep 7 maken de kinderen elke week van Nieuwsbegrip de opdracht ‘’andere tekstsoorten’’ en de opdracht “Woordenschat”. Daarnaast krijgen de kinderen twee keer per week huiswerk. Het huiswerk wordt een week van tevoren opgegeven en bestaat uit een
leer- en een maakopdracht. In de tweede helft van het schooljaar ligt de nadruk meer op het leerhuiswerk.
In groep 8 maken de kinderen elke week van Nieuwsbegrip de opdracht ‘’andere tekstsoorten” en de opdracht “Woordenschat”. Daarnaast krijgen de kinderen enkele keren per week huiswerk. Dit huiswerk wordt minstens een week van tevoren opgegeven en bestaat
uit maak- en leerhuiswerk.
We hopen dat u uw kind bij het huiswerk wil ondersteunen, door samen te plannen en te bespreken wanneer en hoe uw kind dit het beste kan doen. Mocht u vragen hebben over het begeleiden van uw kind bij het huiswerk, dan vinden we het fijn als u dat met de leerkracht deelt. Ouders van kinderen die meerdere malen het (maak-)huiswerk niet in orde hebben of niet inleveren worden hierover door de leerkracht geïnformeerd, zodat ze met hun kind mee kunnen kijken wat er mis gaat.
– Identiteit
De Albert Plesmanschool is een Christelijke ontmoetingsschool.
Dit betekent dat er vanuit de Christelijke identiteit ruimte is samen te zijn met mensen van andere geloofsrichtingen of zonder geloofsrichting, elkaar de ruimte te geven en elkaar te waarderen. Ruimte en waardering zijn dus kernwoorden. De ontmoeting van kinderen met verschillende godsdiensten wordt als een uitdaging gezien.
Het mag duidelijk zijn dat we open staan voor alle kinderen waarvan de ouders de uitgangspunten van de school onderschrijven of ten minste respecteren.
Vanuit onze christelijke basis gaan wij uit van de verhalen uit de Bijbel en de christelijke samenleving.
Op basis van deze identiteit laten wij de kinderen kennismaken met verhalen uit de Bijbel.
“Kennis laten maken met”, kan een breed begrip zijn. Als school hebben wij een doel gesteld aan die kennismaking, middels de vraag: “Wat willen wij een leerling van de Albert Plesmanschool aan identiteit aan het eind van de basisschool meegeven?”
Met elkaar hebben wij de volgende doelen beschreven;
– Onze leerlingen hebben kennis genomen van de grote verhaallijnen van de Bijbel.
– Bijbelse namen die binnen onze westerse wereld bekend zijn, kunnen zij binnen in een context plaatsen.
– We laten de leerlingen kennis maken met andere geloven, wereldgodsdiensten en levensbeschouwelijke opvattingen
– Ze kennen de christelijke feesten en de verhalen erachter (Kerst, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren).
Hiermee hopen wij als team, dat de kinderen geleerd hebben respect te hebben voor wat een ieder gelooft.
Hoe werken wij aan deze doelen?
In een cyclus van ongeveer zes weken bieden wij schoolbreed één thema met verhalen aan.
Kerst en Pasen worden schoolbreed gevierd, waarbij er ook een viering is waarin het verhaal centraal staat. Kerst vieren wij voor een deel in de kerk en voor een deel op school.
In een cyclus van ongeveer zes weken hebben alle groepen een viering met een thema binnen levensbeschouwing.
Wat dragen we uit?
Identiteit is meer dan godsdienstige identiteit. Het wordt zichtbaar in wat de school uitstraalt naar buiten, welke keuzes worden gemaakt in brede zin. Hieraan kan praktische invulling worden gegeven. Te denken valt o.a. aan de keuze van methodes, de aandacht voor omgaan met elkaar (tolerantie) en de zorg voor de wereld om ons heen (zorgzaamheid).
We willen onze leerlingen respect voor elkaar en voor de verschillende culturen in onze samenleving bijbrengen. Ze moeten leren verantwoord om te gaan met hun omgeving en streven naar behoud van natuur en milieu. Ze moeten zich kunnen ontwikkelen in een goed pedagogisch klimaat, waarin ze zich prettig en veilig voelen en goede sociale vaardigheden kunnen leren.– Ontwikkeling
Naast het opbouwen van kennis – de cognitieve ontwikkeling – moeten kinderen ook hun creatieve vermogens kunnen ontwikkelen. De kinderen worden op de Albert Plesmanschool voorbereid op een maatschappij waarin techniek een steeds grotere plaats inneemt. Daarbij is het samen werken en samen leren erg belangrijk, maar er wordt ook veel nadruk gelegd op het zelfstandig werken en het dragen van verantwoordelijkheden.
We willen de kinderen leren om te gaan met veranderende rolpatronen. Hiertoe streven we kerndoelen na, zodat zij bij het verlaten van de basisschool over een breed kennisniveau beschikken en optimaal aansluiting vinden bij het voortgezet onderwijs.
– Kernwaarden
Bovenstaande kunnen wij terugbrengen tot onze vijf kernwaarden:
Leren van en met elkaar
Uitdagend, ondernemend en betrokken
Lekker fit de toekomst in
Zien en gezien worden
Ruimte voor talent
Een goede basis voor het uitvliegen
Inschrijven nieuwe leerlingen
Als ouders belangstelling hebben voor onze school, kunnen zij een afspraak maken met dhr. Goudappel voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek worden alle belangrijke zaken over de school verteld en vragen beantwoord. Uiteraard is er ook een rondleiding.
Indien gewenst wordt vooraf de schoolgids toegestuurd.
Als de ouders willen dat hun kind onderwijs gaat volgen op de Albert Plesmanschool en de school verklaart eventuele zorg te kunnen bieden, wordt er overgegaan tot inschrijving.
Het inschrijven van nieuwe leerlingen wordt op school gedaan: meteen na het kennismakingsgesprek of later tijdens een nieuwe afspraak. Het inschrijven zelf duurt gemiddeld 30 minuten.
Voor het inschrijven is het noodzakelijk een, door de overheid afgegeven, document mee te nemen waarop het BurgerServiceNummer van uw kind(eren) staat. Met het door de Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam ontwikkelde aanmeldingsformulier worden indicatoren, die mogelijk duiden op extra zorg voor de leerling, in kaart gebracht.
– Jeugdtandverzorging
De Stichting Jeugdtandverzorging heeft tot doel het bevorderen van de mondgezondheid van de jeugd van 2 tot 18 jaar. Zij biedt de (vrijwillig) deelnemende kinderen een vorm van tandheelkundige verzorging, waarbij het voorkómen van tandbederf voorop staat. Door uitgebreide voorlichting en persoonlijk advies wordt geprobeerd een gezonde mond met een gaaf gebit te behouden. De Stichting heeft daartoe medewerkers in dienst zoals tandartsen, kindertandverzorgenden, mondhygiënisten, preventieassistenten en assistenten.
Meer informatie kunt u vinden op http://www.jeugdtandverzorging.net/jeugdtandverzorging-locatie-rotterdam.html.
De zorg wordt verleend in een moderne praktijk aan de Rusthoflaan 26, tel 010-2140733.
– Schoolreis/werkweek/kamp/sportdag
Jaarlijks organiseert de school een sportdag en een schoolreis.
De groepen 7 en 8 gaan niet op schoolreis, maar op werkweek of op afscheidskamp.
- zie Kinder Service Hotels
- Kinderopvang
Binnen de school werken al jaren twee organisaties samen: de Albert Plesmanschool verzorgt het onderwijs en Kinder Service Hotels is verantwoordelijk voor het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang. Samen zijn we sinds 10 februari 2020 IKC Albert Plesman. Zo kunnen we kinderen een doorgaande lijn bieden van 0 tot 13 jaar. De schoolgids is hoofdzakelijk gericht op de organisatie van de school.
Kinder Service Hotels (KSH) is een kinderopvangorganisatie die opvang biedt aan kinderen in de leeftijd van 0-13 jaar. Bij KSH Ommoord werken gediplomeerde pedagogisch medewerkers onder begeleiding van een vestigingsmanager. Kinder Service Hotels Ommoord is geopend van 7:00 tot 19:00 uur en is alleen met de wettelijke feestdagen gesloten.
KSH Kidsclub Ommoord biedt de volgende opvangvormen aan:
– Buitenschoolse opvang (BSO):
Hieronder valt voorschoolse opvang met ontbijtservice, naschoolse opvang met warme maaltijdvoorziening en vakantieopvang. Deze opvangvormen kunnen ook flexibel of los van elkaar worden afgenomen. Op de Kidsclub wordt opvang aangeboden voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. De Kidsclub onderscheidt zich door het ontwikkelen van diverse voorzieningen binnen de buitenschoolse opvanglocatie. Zo is er de ruimte voor een kinderkook-café, een handvaardigheid, toneel- en dans, een loungecorner, een activiteiten- en een recreatieruimte. Door deze faciliteiten zijn de pedagogisch medewerkers in staat om een zeer gevarieerd aanbod aan activiteiten aan te bieden. Dit zijn onder andere diverse sporten, dans, muziek en drama, koken en verschillende creatieve workshops. Ook gaan we veel met de kinderen op pad. Bijvoorbeeld een museumbezoek, naar speeltuinen of de kinderboerderij. De kinderen zijn niet verplicht om deel te nemen aan de activiteiten, maar worden daarin wel gestimuleerd.
– Tussenschoolse opvang (TSO)
De leerkrachten eten met de kinderen de zelfmeegebrachte lunch in de klas. Tijdens buitenspelen houden medewerkers van KSH toezicht op het plein, zodat de leerkrachten pauze hebben.
– Kinderdagverblijf
Kinderopvangorganisatie Kinder Service Hotels verzorgt de organisatie van kinderdagverblijf Ommoord. Deze vestiging bestaat uit twee verticale groepen, waarin kinderen worden opgevangen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Bij het kinderdagverblijf kunnen kinderen zichzelf zijn en zich vrij en onbevangen in hun eigen tempo en vanuit hun eigen belevingswereld ontwikkelen.
Er wordt gewerkt met ervaren pedagogisch medewerkers die werken met het Vroeg Voorschoolse Educatie (VVE)programma Ben ik in Beeld en Puk & CO.
Verder biedt KDV Ommoord:
– Ruime openingstijden van 07.00 tot 19.00 uur
– Mogelijkheid voor afname van halve dag opvang en flexibele opvang
– Peuterarrangementen voor kinderen vanaf 2 jaar
– Aanbod van verse warme maaltijd als lunch en de mogelijkheid voor broodmaaltijd in de avond
– Indien gewenst, ondersteuning bij de aanvraag Kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst.
Zie Kinder Service Hotels
Klachtenregeling
De meeste probleemsituaties binnen onze scholen lossen we op in goed overleg tussen leerlingen, ouders en leerkrachten (en/of overig personeel). Indien dat echter, gelet op de aard van de probleemsituatie, niet mogelijk is of indien de afhandeling van een probleem dat zich op school voordoet, niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan een beroep gedaan worden op de klachtenregeling van Kind en Onderwijs Rotterdam.
Een klacht definiëren we als uiting van ontevredenheid over een gerealiseerde oplossing en/of het oplossingsproces. Een belangrijk doel bij het indienen van een klacht is om herhaling te voorkomen.
Scholen kunnen te maken krijgen met uiteenlopende klachten. Ze kunnen gaan over organisatorische maatregelen (o.a. lesrooster, gebouw, schoonmaak), onderwijskundige maatregelen (o.a. strafmaatregelen, didactiek), of over ongewenst gedrag (o.a. pesten, ongewenste intimiteiten, discriminatie, agressie of geweld). Wij gaan er vanuit dat betrokkenen van onze scholen klachten of verschillen van inzicht altijd eerst bespreken met degene over wie de klacht gaat en/of melden bij de groepsleerkracht en, indien nodig, de schooldirectie. Wij streven ernaar problemen tussen ‘partijen’ zélf, met elkaar, op te (laten) lossen. Zowel de scholen als het bestuur spannen zich in om een veilig (school-) klimaat voor alle leerlingen en andere betrokkenen van de organisatie te creëren. Dit is in onze ogen de gezamenlijke verantwoordelijkheid van allen die bij onze scholen/organisatie betrokken zijn; personeel, ouders én leerlingen van Kind en Onderwijs Rotterdam. Uitgangspunt hierbij is, dat alle betrokkenen met elkaar in gesprek gaan als zaken mis (dreigen te) gaan. Wanneer sprake is van grensoverschrijdend gedrag naar of tussen leerlingen zal hiervan altijd melding worden gedaan bij het college van bestuur (CvB).
Klachten waarvoor een aparte regeling en proceduremogelijkheid bij een commissie bestaan worden langs die lijn afgehandeld.
De stappenprocedure in het kort:
Stap 1: U probeert de probleemsituatie op school op te lossen met de leerkracht en/of de directie;
Stap 2: Wanneer het probleem niet naar tevredenheid wordt opgelost kunt u een klacht indienen
middels de klachtenregeling. U kunt zich hierbij laten adviseren door de contactpersoon van de school;
Stap 3: U dient uw klacht in bij het bestuur van de stichting (dit kan telefonisch of schriftelijk);
Stap 4: U dient uw klacht in bij de Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs (GCBO)
Contactpersoon
Indien u in vertrouwen wilt spreken over een klacht, kunt u contact opnemen met de contactpersoon van de school. De contactpersoon heeft als opdracht om u te informeren over de beschikbare en meest geschikte route om de klacht af te kunnen handelen. De naam van onze contactpersoon is mw. Van der Maas. U kunt haar bereiken via het telefoonnummer van de school 010-4215313.
Formele procedure
Het indienen van een klacht bij het schoolbestuur kan telefonisch of schriftelijk.
Voor het telefonisch indienen van een klacht kunt u contact opnemen met de contactpersoon van de stichting, Dhr. K. Schouten. Hij is telefonisch bereikbaar via nummer: 010 – 4125101.
Wanneer u vindt dat hij de klacht niet goed heeft opgelost of (direct) een schriftelijke klacht in wilt dienen, dan kan dit bij het college van bestuur of bij de Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs:
Schoolbestuur
VERTROUWELIJK
Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam
t.a.v. mevr. J. Kester
Voorzitter College van Bestuur
Postbus 22009
3003 DA Rotterdam
Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs (GCBO)
Postadres
Postbus 394
3440 AJ Woerden
070 – 386 16 97 (van 9.00 tot 16.30 uur)
info@gcbo.nl
Mediation
Wanneer er een klacht wordt ingediend bij de Commissie, kan de secretaris interveniëren door de mogelijkheid van mediation aan te bieden. Als alle partijen instemmen met mediation, vindt er doorverwijzing plaats naar de vaste, geregistreerde mediators van GCBO, die volgens het reglement van de Mediators Federatie Nederland werken. Na de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst is de mediation voltooid en wordt de klacht ingetrokken. Als de mediation niet is gelukt, kan de klacht alsnog door de Commissie in behandeling worden genomen.
Wanneer besloten wordt de klacht via de klachtencommissie af te handelen, dan onderzoekt de geschillencommissie de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting) of deze gegrond is. De commissie brengt advies uit aan het schoolbestuur en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. Het schoolbestuur neemt over het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke beslissing.
Het doel van de klachtenregeling is te komen tot een zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat) en het schoolbestuur. Het klachtrecht heeft tevens een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs op onze scholen. Door het gebruik van de klachtenregeling ontvangen het bevoegd gezag en de scholen signalen die gebruikt worden bij het verbeteren van het onderwijs en de veiligheid op de scholen.
De groepen 1 t/m 4 werken samen met een klassenouder. Door het inzetten van een
klassenouder kunnen de leerkrachten meer tijd besteden aan de echte onderwijstaken en kunnen toch ook leuke activiteiten voor de kinderen worden georganiseerd.
De klassenouder kan bij organisatorische zaken de leerkracht assisteren of deze zaken uit handen nemen van de leerkracht (vervoer bij excursies, projecten in de klas, schoonmaakavond, verjaardag leerkrachten etc.). Het is hierbij niet de bedoeling dat de klassenouder alles zelf doet, maar juist eerder dat hij of zij mensen om zich heen verzamelt die de zaken uitvoeren die de klassenouder coördineert. Per groep zal er één (soms twee) klassenouder(s) voor één schooljaar worden benoemd.
Wij verzoeken u geen horloges, sieraden of andere kostbaarheden te laten dragen als er gymnastiek of zwemmen op het rooster staat. Indien er iets zoek raakt, kan de school niet aansprakelijk gesteld worden voor de geleden schade. Het gebruik van mobiele telefoons, i-pods, mp-3-spelers en andere multimedia apparaten is niet toegestaan binnen de school.
– Leerlingdossier
Van iedere leerling op de Albert Plesmanschool wordt een dossier bijgehouden.
De directeur, die verantwoordelijk is voor de leerling-administratie, stelt de gegevens ter beschikking aan de intern begeleider. Deze maakt het digitale dossier aan in het leerlingadministratieprogramma.
In het leerlingdossier worden verslagen, rapporten en andere belangrijke gegevens en documenten over leerlingen opgeslagen. De toetsuitslagen worden ook in het leerling-administratieprogramma opgeslagen. Van leerlingen die voortijdig van school gaan, wordt het dossier nog bewaard tot vijf jaar nadat zij normaliter de basisschool zouden verlaten.
De leerling-dossiers kunnen door de betrokken ouders te allen tijde worden ingezien en aangevuld na een afspraak met de intern begeleider of directeur. Het dossier wordt niet aan derden verstrekt, tenzij dat met ouders is overeengekomen.
– Overige (vertrouwelijke) informatie over leerlingen
Op verschillende manieren wordt op school informatie verzameld over leerlingen. Vaak is de groepsleerkracht hierbij betrokken, omdat deze de leerling observeert en gesprekken voert met de kinderen, ouders, intern begeleiders en andere betrokkenen. De gegevens worden verzameld in het hiervoor beschreven leerlingdossier. Aan het eind van het cursusjaar worden deze gegevens door de groepsleerkracht gescreend.
Belangrijke informatie wordt genoteerd op het overgangsformulier en besproken met de volgende leerkracht en de intern begeleider. Wat niet van belang is, wordt vernietigd. De overige gegevens worden overhandigd aan de intern begeleider, die ze opnieuw screent en de relevante informatie verwerkt in het dossier van de leerling. Hierna worden overige gegevens vernietigd.
Binnen Rotterdam worden van alle scholen ook andere gegevens verzameld. U moet daarbij o.a. denken aan de scores op de Eindtoets van groep 8.
Op de Albert Plesmanschool wordt zorgvuldig omgegaan met de privacy van onze leerlingen. In verband met het geven van onderwijs, het begeleiden van onze leerlingen, en de vastlegging daarvan in de administratie van de school, worden er gegevens over en van leerlingen vastgelegd. Deze gegevens worden persoonsgegevens genoemd. Het vastleggen en gebruik van deze persoonsgegevens is beperkt tot informatie die strikt noodzakelijk is voor het onderwijs. De gegevens worden beveiligd opgeslagen en de toegang daartoe is beperkt. De school maakt ook gebruik van digitaal leermateriaal. De leveranciers van die leermaterialen ontvangen een beperkt aantal leerlinggegevens. De school heeft haar leveranciers strikte afspraken gemaakt over het gebruik van persoonsgegevens, zodat misbruik wordt voorkomen. Leerlinginformatie wordt alleen gedeeld met andere organisaties als ouders daar toestemming voor geven, tenzij die uitwisseling verplicht is volgens de wet. In het privacyreglement is beschreven hoe de school omgaat met haar leerlinggegevens, en wat de rechten zijn van ouders en leerlingen. Het reglement geldt voor alle scholen binnen Kind en Onderwijs Rotterdam. Op de website van Kind en Onderwijs Rotterdam kunt u het privacyreglement lezen.
De leerlingenraad bestaat uit leerlingen van de groepen 5 t/m 8 (uit elke groep 1 afgevaardigde) en vergadert ongeveer een keer per maand. Op de agenda staan allerlei wensen van de leerlingen, maar ook bespreken we graag de omgang met elkaar en hoe dit te verbeteren. De afgevaardigden bespreken de agendapunten met hun klasgenoten en worden daardoor weer gevoed met nieuwe en/of andere informatie.
De vergadering wordt bijgewoond door een lid van het team.
De resultaten van de leerlingen worden, naast de toetsen uit de methodes, gevolgd via het vernieuwde CITO leerlingvolgsysteem, “Leerling in beeld”.
Vanaf groep 3 t/m groep 8 worden ontwikkelingen van de leerlingen op de diverse vakgebieden op de voet gevolgd. De resultaten hiervan worden door de leerkrachten, intern begeleiders en de directie geanalyseerd tijdens de schoolbespreking. Op de rapporten worden de scores altijd genoteerd. Op spreekavonden zijn ze mogelijk onderwerp van gesprek. Zo kunt u zelf de vorderingen van uw kind bijhouden.
De school houdt de scores ook bij in grafieken, waarbij we uiteraard trachten de leerlingen steeds op een hoger niveau te krijgen. Op de Eindtoets van 2018-2019 behaalde groep 8 een score van 216.5, daar waar het landelijk gemiddelde uitkwam op 206.
– Over leesproblemen en dyslexie
Een op de tien leerlingen in het basisonderwijs heeft moeite met leren lezen. Veel leesproblemen kunnen worden voorkomen dan wel verholpen in het basisonderwijs. Bij leerlingen met ernstige leesproblemen of dyslexie is het nodig om het Protocol Leesproblemen en Dyslexie te hanteren. Dit is uitgegeven voor de groepen 1-4 en voor de groepen 5-8. Beide protocollen zijn op school aanwezig en worden gehanteerd in overleg met de leerling en zijn ouders.
– Bewegingsonderwijs
Lekker Fit!
De Albert Plesmanschool is een Lekker Fit! school. Met dit programma zet de gemeente zich in voor een gezond gewicht en voldoende beweging bij Rotterdamse kinderen. Samen met onze twee ‘Gymleerkrachten Nieuwe Stijl’ bieden we leuke, creatieve en educatieve lessen aan om de leerlingen bewust te laten worden van een gezonde leefstijl, waarin gezonde voeding en beweging centraal staan.
Groep 3 t/m 8
De groepen 3 t/m 8 krijgen 3x in de week 45 minuten vakkundig bewegingsonderwijs (inclusief zwemonderwijs voor de groepen 4 en 5). Voor de gymles hebben de kinderen gymkleding (lange of korte broek en t-shirt) en zaalschoenen met stevige zool (zonder zwarte zolen) nodig. Indien uw kind om een bepaalde reden niet mee kan doen met de gymles, wilt u dan een briefje meegeven? De kinderen mogen tijdens de gymles een flesje water meenemen.
Fitmeter
De gymdocent houdt een Motorisch Leerlingvolgsysteem bij voor de kinderen van groep 3 t/m 8. Hiervoor wordt vooraf aan de ouders actieve toestemming gevraagd. De resultaten worden verwerkt in de zogeheten ‘Fitmeter’. De gegevens hiervan worden middels het Lekker Fit! rapport gedeeld met de ouders.
Extra gym
Drie dagen in de week worden er naschoolse lessen aangeboden, eigenlijk dus ‘Extra gym’, waar kinderen vrijwillig en gratis extra mogen komen sporten. Deze dagen zijn gebonden aan een groep, dus de kinderen sporten met leeftijdsgenootjes.
Lekker-Fit!-coach
Door de GGD is een LF!-coach aan de school verbonden. Voor onze school is dit Ellen Jacobs. Een keer per jaar nemen de schooldiëtiste en de vakleerkracht een ‘Fittest’ af bij de kinderen. Hier wordt o.a. uithoudingsvermogen getest en worden de kinderen gemeten en gewogen. . Voor het afnemen van de fittest en de verwerking va de gegevens wordt via een formulier eenmalig actieve toestemming van de ouders gevraagd. Mocht er een reden zijn om hierover in gesprek te gaan met de LF!-coach dan nemen we contact met u op. Natuurlijk kunt u ook zelf bij haar of ons aangeven als u zich zorgen maakt over de gezondheid van uw kind of als u vragen heeft over voeding/hulp wil bij een gezonder eet-/leefpatroon.
Kleutergym
De groepen 1 en 2 krijgen elke dag bewegingsonderwijs van de groepsleerkracht (buiten of in de speellokaal). Er wordt 2 keer per week op materialen in de speellokaal gegymd, waarvan 1x gegeven door een vakleerkracht. De kinderen gymmen in hun ondergoed en op blote voeten.
Clinics
Kennismakingslessen/clinics worden een paar keer per jaar tijdens de gymles gegeven in samenwerking met sportverenigingen uit de buurt. Deze lessen worden wisselend aangeboden voor de groepen 1 t/m 8.
Lekker Fit! eten en drinken op school:
- Wij eten op alle schooldagen alleen fruit in de kleine pauze.
- Wij stimuleren de kinderen om minimaal twee momenten per dag water te drinken.
- Wij stimuleren de kinderen om ‘gezond’ te trakteren. Eén is genoeg en klein is oké.
- 2x per jaar wijzen wij een winnaar aan voor de leukste/origineelste Lekker Fit! traktatie.
Onze twee gymleerkrachten Nieuwe Stijl:
- Mevrouw Duinkerken – aanwezig op maandag, dinsdag en vrijdag.
- Mevrouw Meijer – aanwezig op dinsdag, woensdag en donderdag
– Rooster bewegingsonderwijs:
De groepen 1 en 2 krijgen minstens twee keer per week bewegingsonderwijs in het speellokaal. Zij doen dit in hun ondergoed. Bij goed weer spelen de kleuters buiten en bij slecht weer gaan ze vaker naar het speellokaal. De kinderen uit de groepen 3 t/m 8 nemen sportkleding mee om in te gymmen: korte broek en t-shirt of turnpakje. Gymschoenen zijn verplicht. Wilt u op de gymdagen uw kinderen géén sieraden laten dragen?
Gymrooster
Tot nader bericht hebben de groepen 3 t/m 8 op dinsdag en donderdag Lekker Fit-les.
– Zwemmen
De kinderen van de groepen 4 en 5 krijgen een les bewegingsonderwijs in zwembad ‘De Zevenkampse Ring’. De ouders ontvangen aan het begin van het schooljaar een briefje van de gemeente Rotterdam, waarop zij kunnen verklaren dat zij er geen bezwaar tegen hebben dat hun kind aan het schoolzwemmen deelneemt. De lessen worden gegeven door zweminstructeurs onder de pedagogische verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Het vervoer van en naar het zwembad vindt plaats per bus.
– Zwemtijden
Groep 4 en 5 zwemmen om de week volgens een rooster, dat aan het begin van het schooljaar wordt uitgereikt.
groep | vertrek bus | zwemtijden | |
maandag | alle groep 4 leerlingen | 13.05 uur | 13.30-14.30 uur |
maandag | alle groep 5 leerlingen | 13.05 uur | 13.30-14.30 uur |
– Looproute in de school:
Zijingang voor de groepen 1 en 2.
Hoofdingang voor de groepen 3,4 en 8
Achteringang voor de groepen 5 tot en met 7.
De Medezeggenschapsraad (MR) bestaat uit vier ouders en vier leerkrachten en bespreekt een aantal keren per jaar de gang van zaken op school. Bij deze vergaderingen is een directielid aanwezig. De MR informeert de ouders via de APS-Nieuwsbrief en de website van de school over haar activiteiten. De agenda en de notulen van de MR‑vergaderingen zijn te vinden op de mededelingenborden bij de hoofd‑ en kleuteringang en op de website.
Hoewel de bezigheden van de activiteitencommissie dichter bij de kinderen staan, houdt de MR zich beslist niet uitsluitend bezig met ingewikkelde en cijfermatige materie. Over een aantal zaken binnen de school heeft de MR uit hoofde van het MR‑reglement advies‑ of instemmingsrecht, bijvoorbeeld de vakantieregeling en de benoeming van personeel. Verder kunnen tijdens de vergaderingen alle onderwerpen aan de orde komen die voor kinderen, ouders of leerkrachten van belang zijn, bijvoorbeeld pestgedrag, duobanen, aankleding van het schoolplein of buitenschoolse activiteiten. Ook de beleidsvoorstellen van het bestuur worden in de vergaderingen aan de orde gesteld.
– Oudergeleding:
Mevr. de Fockert, dhr Zuilhof, mw. Mertens, mw. Van der Slikke (voorzitter).
– Personeelsgeleding:
Mw. van ’t Zelfde, mw. van Roosendaal, mw. De Lange (secretaris), mw. Van der Maas
– Medicijngebruik
Gedurende 5 tot 6 uur verblijven kinderen op school. In deze periode kan het voorkomen dat zij voorgeschreven medicijnen moeten innemen. Ook kan het voorkomen dat kinderen pijn krijgen die op schijnbaar eenvoudige wijze door (meegebrachte) pijnstillers kan worden opgelost. Omdat medicijnen soms onverwachte gevolgen met zich kunnen meebrengen, willen wij daar zeer zorgvuldig mee omgaan. Aan enkele afspraken die tussen ouders en school gemaakt moeten worden, valt dan niet te ontkomen. Kortweg komt het hierop neer: de school verstrekt aan kinderen geen medicijnen en verricht geen medische handelingen; levensbedreigende situaties vormen hierop een uitzondering.
Voor volledige informatie over het verstrekken van medicatie en/of het verrichten van medische handelingen onder schooltijd verwijzen wij u naar het ‘protocol medische handelingen’ op onze website.
SISA
Soms ondervinden leerlingen problemen bij het opgroeien. Op onze school is, naast de intern begeleider, een schoolmaatschappelijk werker beschikbaar om leerlingen en hun ouders/verzorgers te ondersteunen. Soms zijn de problemen dusdanig dat hulp van buiten de school nodig is. Om te voorkomen dat verschillende instanties langs elkaar heen werken rond dezelfde leerling werken wij met SISA.
SISA is de afkorting voor: SamenwerkingsInstrument Sluitende Aanpak (maar ook voor SIgnaleren en SAmenwerken). SISA is een computersysteem met als doel er voor te zorgen dat instanties die betrokken zijn bij een kind eerder met elkaar gaan samenwerken. Zij kunnen sneller contact met elkaar opnemen en zo samen met ouders/verzorgers en eventueel het kind bespreken wie welke begeleiding biedt en hoe die begeleiding op elkaar afgestemd kan worden. Wat betekent SISA voor ouders/verzorgers?
Voor ouders/verzorgers verandert er helemaal niets. Ze blijven gewoon contact houden met de instanties waar ze bekend zijn. Wel vinden wij als school het belangrijk om met deze instanties samen te werken. Om deze reden registreert de intern begeleider in dit systeem bij welke leerlingen zij betrokken is. Samen met de ouders/verzorgers, leerling en de andere betrokken instanties willen wij komen tot een zo goed mogelijke begeleiding. SISA helpt u, ons en de andere instanties om de betrokkenheid rondom een leerling inzichtelijk te maken en snel met elkaar in contact te kunnen komen. Belangrijk om te weten is dat in SISA alleen komt te staan dat de leerling onderwijs bij onze school volgt. Er staat geen inhoudelijke informatie over de leerling of zijn ouders/verzorgers in. SISA is geen openbaar systeem en is alleen inzichtelijk voor de organisaties die aangesloten zijn op SISA én hun betrokkenheid op de leerling in SISA kenbaar hebben gemaakt. SISA is goed beveiligd. Dit moet volgens de Wet bescherming persoonsgegevens.
Meer informatie over SISA is te vinden op: www.sisa.rotterdam.nl. Hier is tevens een voorlichtingsfilmpje voor ouders/verzorgers te vinden.
Meldcode vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling.
De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond is een stappenplan voor professionals en instellingen die onderwijs, opvang, hulp, zorg of ondersteuning bieden, bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling, waaronder ook verwaarlozing en andere zorgelijke omstandigheden. Het plan draagt bij aan effectieve hulp aan slachtoffer en pleger.
In het stappenplan van de meldcode staat duidelijk beschreven wat van professionals wordt verwacht bij een vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld. Dat begint vanaf het moment dat er signalen zijn.
Veel instellingen in Rotterdam en regio hebben de meldcode ondertekend. Door het actief werken met de meldcode dragen zij bij aan de vroegsignalering en aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Per 1 juli 2013 is het gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling landelijk bij wet verplicht.
Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond. Deze code is te vinden op: http://www.meldcodeopschool.nl
Voor de leerkracht is het bij signalen moeilijk in te schatten, hoe dit gedeeld kan worden. Voorop staat het welbevinden van het kind, maar ook de relatie met de ouder is belangrijk.
Het delen van onze zorgen en samen verantwoordelijk zijn voor het kind, is de reden dat we, ook in moeilijke situaties, het gesprek met u zullen aangaan over SISA en/of de Rotterdamse Meldcode.
De missie van de school
– De missie van de school
Albert Plesmanschool: “Als basis voor het uitvliegen”
- De Albert Plesmanschool is een christelijke ontmoetingsschool (zie ook identiteit). Daarbij wordt er naar gestreefd de kinderen vanuit een veilige, gestructureerde omgeving voor te bereiden op een maatschappij, die zelf niet altijd even veilig en gestructureerd is.
- Iedereen (kind, ouder/verzorger en teamlid) is een onderdeel van de maatschappij en draagt daar verantwoording voor:
- respect voor elkaar
- respect voor elkaars eigendommen
- respect voor elkaars overtuiging
- Elk kind wordt voorbereid op een volwaardige plaats in de maatschappij met optimale, binnen de mogelijkheden van het kind, sociaaleconomische kansen. Daarbij heeft het kind geleerd – zorgvuldig en met respect voor de mening van anderen – een genuanceerd eigen standpunt in te nemen. Het kind is geleerd zich weerbaar op te stellen in de maatschappij.
- De gedachtegang van Albert Plesman, de oprichter van de KLM, spreekt ons aan. Niet zozeer het opdoen van feitenkennis – hoe noodzakelijk ook als basis – stond in zijn opvatting centraal, maar vooral het leren omgaan met die kennis. Het verkrijgen van inzicht door het verwerken en het kunnen terughalen van het geleerde en door het leggen van verbanden achtte hij daarbij van het grootste belang.
- De school biedt een veilige en ordelijke werk- en speelomgeving, waarbij ook ruimte is voor creativiteit.
Ouders worden klantgericht benaderd binnen de door de school gemaakte afspraken.
Voor de groepen 3, 4, 5 is er een pauze van 10.15 uur tot 10.30 uur, voor de groepen 6 tot en met 8 van 10.30 uur tot 10.45 uur. Op woensdag en vrijdag is de ochtendpauze voor de groepen 3, 4, 5 van 10.30 uur tot 10.45 uur en voor de groepen 6 tot en met 8 van 10.45 uur tot 11.00 uur.
Niet ernstig letsel wordt door een van de leerkrachten of door iemand van het ondersteunend personeel behandeld. Een aantal leerkrachten is in het bezit van een EHBO-diploma.
Bij ernstig letsel verleent de school de eerste hulp en worden direct de ouders gebeld met het verzoek te komen en zelf verder alles af te handelen. Wanneer u geen passend vervoer heeft, proberen we dat voor u te regelen. Als u niet thuis bent, gaan we met uw kind naar de huisarts, die in onze leerlingenadministratie is opgenomen of naar het ziekenhuis.
Bij zeer ernstig letsel bellen we onmiddellijk 112 en de ouders.
Naast het opbouwen van kennis – de cognitieve ontwikkeling – moeten kinderen ook hun creatieve vermogens kunnen ontwikkelen. De kinderen worden op de Albert Plesmanschool voorbereid op een maatschappij waarin techniek een steeds grotere plaats inneemt. Daarbij is het samen werken en samen leren erg belangrijk, maar er wordt ook veel nadruk gelegd op het zelfstandig werken en het dragen van verantwoordelijkheden.
We willen de kinderen leren om te gaan met veranderende rolpatronen. Hiertoe streven we kerndoelen na, zodat zij bij het verlaten van de basisschool over een breed kennisniveau beschikken en optimaal aansluiting vinden bij het voortgezet onderwijs.
Het ophalen van de kleuters
De leerkracht ziet er op toe dat de kinderen naar de ouders gaan. Aan de ouders van kinderen die zelfstandig naar huis mogen, wordt een persoonlijke verklaring gevraagd. Wanneer een kind door iemand anders wordt opgehaald, moet dit worden doorgegeven aan de groepsleerkracht. Kleuters die naar de naschoolse opvang van Kinder Service Hotels (KSH) gaan, worden na schooltijd door de leiding van de KSH opgehaald.
4.2 De opvang van nieuwe leerlingen in de school
– Wennen
De school adviseert de ouders om een nieuwe leerling ongeveer vier keer een ochtend aan school te laten wennen. Het kind moet dan om 8.25 uur worden gebracht en aan het eind van de ochtend weer worden opgehaald. Het is niet de bedoeling dat de ouders bij het kind blijven. In overleg met de leerkracht kan een geschikte ochtend gekozen worden. Wenochtenden worden van tevoren afgesproken. De leerkracht neemt hiervoor contact op met de ouders.
Soms bestaan er gegronde redenen om een kind op een bepaalde dag niet te laten wennen, bijvoorbeeld op een feestdag, in de drukke maand december of de dag van een schoolreisje. Bij de inschrijving maakt de directie de ouders hierop opmerkzaam. Bij ziekte van de groepsleerkracht kan het wennen gewoon doorgaan bij de vervanger.
Kinderen van wie de eerste schooldag direct na de zomervakantie valt, kunnen niet wennen voor de vakantie. De kans is te groot dat het kind na de vakantie in een andere groep komt bij een andere leerkracht.
Als de groep een uitstapje maakt, dan worden er voor die ochtend geen ‘wenkinderen’ gepland. Is er voor die ochtend toch afgesproken, dan zal de groepsleerkracht met de ouders een andere afspraak maken.
– Eerste schooldag
Een kind mag naar school als het vier jaar wordt. Tijdens de inschrijving wordt een mogelijke eerste schooldag bepaald. Mocht tijdens het wennen blijken dat het verstandig is van de afgesproken datum af te wijken, dan kan er op initiatief van de groepsleerkracht met de ouders een andere eerste schooldag worden afgesproken. Als er veel nieuwe kinderen zijn, die na de zomervakantie voor het eerst op school komen, worden ze op verschillende tijdstippen uitgenodigd, zodat er meer persoonlijke aandacht aan ze besteed kan worden.
– Zindelijkheid
Wij gaan er vanuit dat uw kind, als het vier jaar is en bij ons op school gaat starten, zindelijk is en in een voldoende mate zelfstandig het toilet kan bezoeken. Praktisch gezien hebben de groepsleerkrachten niet de mogelijkheden om naast hun werk ook de zindelijkheid te trainen. Het is voor uw kind zelf ook prettiger als het zindelijk is.
Natuurlijk letten wij erop dat uw kind, indien nodig, bijtijds naar het toilet gestuurd wordt.
Soms gebeurt er nog wel eens een “ongelukje“. Dit is echt niet erg en we zullen uw kind natuurlijk verschonen. De kleding van school verwachten we wel weer schoon terug op school.
– Brochure: 4 jaar en nu naar school
Voor ouders van wie hun eerste kind 4 jaar wordt, hebben we een kleine folder waarin allerlei wetenswaardigheden staan, die u kunnen helpen op bepaalde terreinen. Deze folder wordt bij de inschrijving uitgereikt.
3.1 De organisatie van de school
De school kent op dit moment tien groepen, die zijn verdeeld over twee afdelingen. De groepen 1 tot en met 4 vormen afdeling 1 en de groepen 5 tot en met 8 vormen afdeling 2.
De directeur en één intern begeleider hebben geen eigen groep en zijn dan ook volledig beschikbaar voor de schoolorganisatie. Er zijn twee intern begeleiders, die bij elkaar gedurende iets minder dan een weektaak vrijgesteld zijn van lesgevende taken. Zij zijn verantwoordelijk voor de zorgstructuur op school en volgen de ontwikkelingen van de leerlingen.
Ouderbetrokkenheid
Wat kunnen ouders van school verwachten?
Een goed contact tussen school en thuis is voor het team van de Albert Plesmanschool één van de
belangrijkste uitgangspunten. Wij informeren u vanuit onze verantwoordelijkheid over alle belangrijke gebeurtenissen op school en over de schoolprestaties en het welbevinden van uw kind. Het volgende kunt u van school verwachten gedurende het schooljaar:
- Het team doet er alles aan om kwalitatief goed onderwijs aan te bieden.
- De leerkracht informeert ouders regelmatig over hoe hun kinderen het op school doen. Dit gebeurt via de leerlingrapporten, de spreekavonden, de gegevens van het leerlingvolgsysteem en eventueel (telefonisch) contact tussendoor.
- Het team doet er alles aan om ervoor te zorgen dat kinderen zich veilig voelen op school.
- Wij dragen kennis over en hebben ook aandacht voor het ontwikkelen van sociaal-emotionele aspecten.
- Wij werken met een pestprotocol om pesten tot een minimum te beperken.
- Via onze schoolgids maken wij duidelijk hoe leerkrachten te bereiken zijn.
- Via onze schoolgids maken wij duidelijk hoe de directie bereikbaar is voor zaken die ouders uitgebreider willen bespreken.
- Het team besteedt extra zorg aan leerlingen die moeite hebben met de leerstof of die juist meer aankunnen.
- Het team spreekt met respect over de ouders.
- De school zorgt voor:
- een jaarlijkse aanpassing van de schoolgids
- een vier wekelijkse nieuwsbrief
- een kennismakingsmiddag/-avond in september/oktober
- 10 minutengesprekken in februari en juni/juli
- gesprekken voortgezet onderwijs-indicatie groep 7
- adviesgesprekken voortgezet onderwijs groep 8
- telefonisch contact als daar aanleiding voor is.
- De school heeft een medewerker Ouderbetrokkenheid
- De school heeft een Medezeggenschapsraad en een Activiteitencommissie.
Wat verwacht de school van ouders?
Ouders en school zijn educatieve partners in de opvoeding. Voor een optimaal verloop van de schoolcarrière van uw kind en onze leerling, is het belangrijk dat we elkaar regelmatig van informatie voorzien: over leefregels, talentontwikkeling, vorderingen of eventuele stagnatie, over de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling, zijn of haar thuissituatie, etc.
Voor een goede samenwerking stellen wij het op prijs als u, als ouder, ons informeert over belangrijke gebeurtenissen thuis. Zo kunnen we er gezamenlijk voor zorgen dat uw kind een optimale ontwikkeling doormaakt en een fijne schoolperiode heeft.
Een regelmatig contact tussen school en ouders kan de samenwerking bij leerproblemen of problemen thuis bevorderen, zorgt voor een betere afstemming tussen de opvoeding thuis en op school en stelt scholen in staat om te profiteren van de kennis, het inzicht en de ervaring van ouders. Ouderbetrokkenheid kan, kortom, een belangrijke bijdrage leveren aan een optimaal verloop van de schoolloopbaan.
Van ouders verwachten we ook een actieve bijdrage bij het organiseren van activiteiten voor de kinderen. Met enige regelmaat doen we een beroep op u om te komen helpen bij diverse activiteiten op onze school. Bijvoorbeeld bij het organiseren van sportdagen, excursies en feestelijke activiteiten in de school. Extra hulp van ouders hebben we hierbij hard nodig.
Omdat ouderbetrokkenheid voor ons team essentieel is bij het aanboren van de talenten van uw kind, willen wij met u de volgende afspraken maken:
- U zorgt ervoor dat de kinderen op tijd op school zijn.
- U ziet erop toe dat de kinderen hun huiswerk maken.
- U staat positief tegenover de schoolregels.
- U geeft relevante informatie tijdig aan de school door.
- Als u het niet eens bent met bepaalde handelingen van de leerkrachten, dan bespreekt u dit met de leerkracht.
- U spreekt met respect over de school, zodat andere leerlingen, leerkrachten, overig personeel en andere ouders serieus worden genomen.
- In de maand september organiseren we voor alle ouders een kennismakingsgesprek. Wij verwachten dat u hierbij aanwezig bent.
- Tweemaal per schooljaar vindt rondom de verschijning van het rapport een spreekmiddag-avond Wij verwachten dat u bij deze gesprekken aanwezig bent. De kinderen van groep 1 t/m 8 vormen tijdens de gesprekken een serieuze gesprekspartner en zijn dan ook bij de gesprekken aanwezig..
- Buiten deze activiteiten om kunt u altijd een afspraak maken voor een gesprek met leerkracht van uw kind, de medewerker Ouderbetrokkenheid of de directie. Ook de leerkracht zal u uitnodigen voor een gesprek als daar reden toe is. Wij verwachten dat u als dat nodig is, aanwezig bent voor een gesprek op school.
- Door het schooljaar heen worden verschillende activiteiten op school georganiseerd, zoals Sinterklaasfeest, Kerstviering, Paasfeest, Kinderboekenweek. Daarnaast worden vanuit de verschillende groepen activiteiten georganiseerd om het lesaanbod te ondersteunen. Dit kan natuurlijk niet zonder de hulp van ouders.
De school heeft mw. Barents aangesteld als medewerker Ouderbetrokkenheid. De opdracht voor deze collega is om bovenstaande gefaseerd te realiseren en verder uit te werken.
Medewerker Ouderbetrokkenheid mevrouw Barents
De functie van de medewerker ouderbetrokkenheid heeft een brugfunctie tussen het onderwijs, de ouders, de wijk en het kindcentrum KSH. Op school betekent dit concreet dat er door het jaar heen diverse activiteiten georganiseerd zullen worden voor de ouders; van gezellige koffieochtenden tot gerichte informatieavonden. U kunt ook altijd bij de Medewerker Ouderbetrokkenheid terecht met uw vragen over de school, het onderwijs of de opvoeding en ontwikkeling van uw kind(eren).
Zij is aanwezig op de volgende dagen en tijden:
Maandag 08:00-17:00 uur
Dinsdag 08:00-17:00 uur
Woensdag 08:00- 17:00
U bent vrij om op school een afspraak met haar te maken, indien daar behoefte aan is. Natuurlijk mag u haar ook altijd mailen op het volgende emailadres: D.Barents@kindenonderwijsrotterdam.nl
Onze nieuwsvoorziening zal hoofdzakelijk digitaal worden verstuurd. In de informatievoorziening naar ouders maakt de school komend schooljaar gebruik van de app van ParentCom: de SchoolApp. Op de speciale groepspagina in de app ontvangt u berichten van de groep zoals foto’s, groepsinformatie en huiswerk. U kunt inschrijven voor o.a. informatieavonden en naschoolse activiteiten. Via dit ouderportal versturen wij de ouders onze nieuwsbrief, maar ook andere berichtgeving. Te denken valt aan klassenberichten, verzoek om hulp in de klas, begeleiding van excursies etc. Tevens kunnen ouders zich hiermee opgeven voor de oudergesprekken n.a.v. de rapporten van hun kind(eren). Voor meer informatie kunt u een kijkje nemen op https://parentcom.nl/
De overgang naar het voortgezet onderwijs
In het traject van verwijzing van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs volgen wij de Rotterdamse Plaatsingswijzer, ontwikkeld door vertegenwoordigers van deze scholen in het FOKOR.
Rond juni krijgen ouders in een persoonlijk gesprek met de leerkracht van groep 7 een Voortgezet Onderwijs-indicatie. Deze is gebaseerd op de resultaten in de groep, scores op toetsen in het leerlingvolgsysteem, de werkhouding en sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij dit gesprek is de leerkracht van groep 8 aanwezig.
Vanaf oktober zijn er op de scholen voor voortgezet onderwijs informatieavonden en in november is er een gezamenlijke VO scholenmarkt, georganiseerd voor en door alle basisscholen in Ommoord. De datum wordt later bekend gemaakt via een aparte uitnodiging via Mijn Schoolinfo.
De ouders van de leerlingen uit de groepen 7 en 8 kunnen in december ook een informatieavond over dit onderwerp bij ons op school bezoeken.
In januari ontvangen de ouders en de leerling een uitnodiging om in een persoonlijk gesprek over het definitieve advies van gedachten te wisselen. Uitgangspunten bij dit gesprek zijn:
- De beoordeling van de leerling door de groepsleerkracht (in overleg met de leerkracht van groep 7, de intern begeleider en de directie tot stand gekomen).
- De wensen van de leerling.
- De resultaten in de groep en het LVS.
- De mening van de ouders.
Na dit gesprek krijgen de ouders van ons het basisschooladvies schriftelijk mee.
De inschrijving bij de school voor Voortgezet Onderwijs gebeurt in maart door de ouders zelf met behulp van het aanmeldformulier.
Met de leerlingen spreken we over de mogelijke vormen van voortgezet onderwijs en hoe het er daar aan toe gaat. Wanneer wij als school informatiemateriaal krijgen, zorgen wij dat dit wordt verspreid, maar steeds vaker wordt voor deze informatievoorziening gebruik gemaakt van internet.
Vanaf schooljaar 2014-2015 zijn alle basisscholen verplicht een Eindtoets af te nemen. De Albert Plesmanschool maakt gebruik van de eindtoets van A-Vision, genaamd Route 8, die wordt afgenomen in april. De uitslag van de eindtoets kan een reden zijn om het advies te herzien. De eindtoets van Route 8 is digitaal en adaptief.
Formulieren voor een bijdrage in de studiekosten zijn verkrijgbaar op de nieuwe school.
De directie is binnen de school eindverantwoordelijk voor de zorgstructuur. Eén keer per drie weken spreken de intern begeleiders met de directie over de vorderingen van de kinderen en de organisatie van de zorgstructuur. Ook de groepsleerkrachten hebben in groeps- en leerling-besprekingen regelmatig en volgens een vast rooster overleg met de intern begeleiders.
Overleg over het welbevinden en de leervorderingen
In september wordt er een kennismakingsmoment georganiseerd. Alle ouders worden hiervoor uitgenodigd. De kinderen vanaf groep 4 zijn ook bij dit gesprek aanwezig.
Aan de rapportage in februari is een spreekmiddag/avond gekoppeld. Alle ouders krijgen dan de gelegenheid om in een zogenaamd 10-minutengesprek met de groepsleerkracht van gedachten te wisselen over de vorderingen van hun kind. Vanaf groep 4 is dit gesprek gericht op de kinderen, die ook bij dit gesprek aanwezig zijn. Wanneer een kind extra aandacht verdient, worden zij daarnaast zo frequent als nodig is, uitgenodigd voor een extra gesprek.
Aan het eind van het schooljaar is er een facultatieve spreekmiddag voor ouders: zowel de leerkracht als de ouder kan aangeven behoefte te hebben aan een gesprek n.a.v. het tweede rapport.
Aan de rapportage in november en maart is een spreekmiddag/avond gekoppeld. De ouders krijgen dan de gelegenheid om in een zogenaamd 10-minutengesprek met de groepsleerkracht van gedachten te wisselen over de vorderingen van hun kind. Wanneer een kind extra aandacht verdient, worden zij daarnaast zo frequent als nodig is uitgenodigd voor een extra gesprek.
Aan het eind van het schooljaar is een extra spreekmiddag voor ouders van zorgleerlingen. Aan het begin van het nieuwe schooljaar neemt de nieuwe groepsleerkracht nogmaals contact met hen op om het vervolg van de hulp en/of aandacht aan te geven.
Wet op het Passend Primair Onderwijs
Passend onderwijs – in algemene zin
Elk kind heeft recht op goed onderwijs; ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kabinet wil dat zoveel mogelijk kinderen naar een gewone basisschool in de buurt kunnen gaan. Ze kunnen zo meedoen in de samenleving op basis van de beste kansen binnen het vervolgonderwijs.
Met ingang van 1 augustus 2014 hebben alle schoolbesturen een zorgplicht. Scholen moeten voor elk kind een passende onderwijsplek bieden, ook als duidelijk is dat er voor een kind extra ondersteuning nodig is. Dit kan op de school waar het kind al zit of aangemeld wordt (bij een nieuwe leerling) maar ook op een andere school voor regulier basisonderwijs.
De mogelijkheid dat een kind voor de beste ondersteuning een passende plek vindt op een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal (cluster) onderwijs blijft bestaan. De indicatieprocedures zijn wel aanzienlijk eenvoudiger gemaakt. De mogelijkheid voor extra financiering binnen het reguliere basisonderwijs verloopt vanaf 1 augustus 2016 via het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam (PPO).
Om het bovenstaande mogelijk te maken werken de basisscholen beter samen. Binnen het samenwerkingsverband PPO Rotterdam (PPO) organiseren scholen uit heel Rotterdam en de gemeente Rotterdam de (onderwijs)zorg voor kinderen zo goed mogelijk. Ouder(s)/verzorger(s) worden hier nauw bij betrokken.
– Passend onderwijs – op scholen van Kind en Onderwijs Rotterdam
Wanneer een kind wordt aangemeld op een school, zal deze school zoveel mogelijk een passende onderwijsplek bieden. Alle scholen moeten in verband hiermee aan de door PPO Rotterdam vastgestelde basisondersteuning voldoen. Deze is voor alle basisscholen gelijk. Aanvullend op de basisondersteuning kunnen scholen ook extra vormen van ondersteuning bieden. Scholen leggen het totale aanbod aan ondersteuning vast in een schoolondersteuningsprofiel (SOP). Het afgelopen schooljaar hebben alle Rotterdamse basisscholen verplicht een verkorte (gecomprimeerde) versie van dit schoolondersteuningsprofiel opgesteld.
Het gecomprimeerde schoolondersteuningsprofiel is voor ouder(s)/verzorger(s) in te zien op de (school)website en ligt ter inzage bij de directie van de school.
Wanneer een kind op een school wordt aangemeld en duidelijk is dat een kind extra ondersteuning nodig heeft, zijn de ouder(s)/verzorger(s) verplicht om dit bij de directie te melden. Dit geldt overigens ook wanneer sprake is van aanmelding op meerdere scholen.
De school heeft vervolgens 6 weken de tijd om te bekijken of het kind kan worden toegelaten; tijdig aanmelden (bij voorkeur 10 weken voor de start van het schooljaar) is dus erg belangrijk. Er wordt bij het bepalen of de onderwijsplek passend is, rekening gehouden met de behoefte van het kind, de mogelijkheden van de school en regio en de voorkeuren van de ouder(s)/verzorger(s). Kan de school een kind niet toelaten, dan moet het schoolbestuur het kind een passende onderwijs-plek op een andere school aanbieden. Deze verplichting van het schoolbestuur is de feitelijke zorgplicht. Het zoeken naar een alternatieve, passende onderwijsplek, doet het schoolbestuur uiteraard in overleg met de ouder(s)/verzorger(s).
Voor kinderen voor wie bij het samenwerkingsverband extra ondersteuning wordt aangevraagd, wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Dit heeft als doel om duidelijk te krijgen wat de mogelijkheden van een kind zijn en hoe deze zo optimaal mogelijk kunnen worden ontwikkeld.
Voor kinderen die geen extra ondersteuning nodig hebben is er vooralsnog weinig veranderd.
Wel bestaat de mogelijkheid dat er op termijn meer kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, op school of in de groep komen. Dit is echter afhankelijk van de afspraken die de scholen in de regio met elkaar hebben gemaakt.
Een belangrijk aspect ten aanzien van de invoering van passend onderwijs is het vergroten van de ouderbetrokkenheid. Ouder(s)/verzorger(s) en de school zijn samen verantwoordelijk voor de randvoorwaarden waaronder een kind zich zo optimaal mogelijk op allerlei gebieden kan ontwikkelen. We noemen dat educatief partnerschap.
Deze vorm van partnerschap waarbij open en eerlijke communicatie van groot belang is, start bij de aanmelding en zal gedurende de gehele schoolloopbaan van groot belang zijn. Tijdens het verblijf van uw kind op school en bij de overgang naar het voortgezet onderwijs wordt u nauw betrokken bij alle ontwikkelingen die voor/bij uw kind van belang zijn.
Het uitspreken van wederzijdse verwachtingen op basis van een transparante houding, waarbij rekening wordt gehouden met elkaars expertise ten aanzien van opvoeding en onderwijs, zal zorgen voor een betere samenwerking tussen ouder(s)/verzorger(s) en school. Samen is meer !!!
– PPO Ommoord
In de wijk Ommoord zijn behalve 7 basisscholen ook 2 scholen voor Speciaal Basis Onderwijs (SBO) en 2 scholen voor Speciaal Onderwijs (SO) (cluster 3 en cluster 4) gesitueerd. Daar de wijk plaats biedt aan alle vormen van basisonderwijs is in 2015-2016 een pilot uitgevoerd om te analyseren wat er nodig is om een dekkend onderwijsnetwerk te realiseren in een wijk.
Uit de analyse van individuele gesprekken met de directeuren, de gecomprimeerde schoolondersteuningsprofielen en de netwerkbijeenkomsten is naar voren gekomen dat reguliere basisscholen zich voornamelijk handelingsverlegen voelen als het gaat om heftig externaliserend (storend voor anderen) probleemgedrag. Externaliserend probleemgedrag wordt ervaren als de belangrijkste reden voor verwijzing, zowel naar het SBO als naar het SO.
Binnen het samenwerkingsverband van PPO Ommoord is voor 2016-2017 een plan ontwikkeld om samen te werken in een scholingstraject. Dit traject heeft als doel: het versterken van de basisondersteuning van de reguliere basisscholen, SBO en SO scholen in Ommoord ten aanzien van het voorkomen en hanteren van ernstige gedragsproblemen. Er is gekozen voor een integrale aanpak: directe praktische ondersteuning bij de aanpak van ernstige problemen in het hier en nu en een structureel geborgde aanpak van gedragsproblemen in de toekomst (ter versterking van de basisondersteuning). Er wordt dus gekozen voor een combinatie van een kansrijk initiatief (directe ondersteuning op school) en professionalisering in de SO setting. In de praktijk zal de ondersteuning naast een hulpfunctie dus vooral een professionaliseringsfunctie hebben. De coaching vindt plaats binnen de setting van de eigen school en de professionalisering vindt plaats binnen de setting van de SO-school.
Dit schooljaar gaat het project al weer het zesde jaar in.
De groepen 3, 4, 5 en de schakelklassen pauzeren van 10.15 uur tot 10.30 uur;
de groepen 5/6, 6, 7 en 8 van 10.30 uur tot 10.45 uur.
PAUZEHAP EN LUNCH; GEZONDE LEEFSTIJL
Tijdens de ochtendpauze krijgen alle kinderen de gelegenheid iets te drinken en een ‘pauzehap’ te eten. Kinderen die gezond eten en voldoende bewegen presteren beter! Daarom willen wij als school bijdragen aan gezonde en fitte kinderen. We werken al aan gezondheid en een verantwoorde leefstijl door ons Lekker Fit! beleid. Wij kiezen ervoor om de kinderen alle dagen van de week alleen groente en/of fruit te laten eten. Dit nemen de kinderen ‘s morgens mee van huis. In overleg met de leerkracht kan een gezonde boterham een aanvulling zijn.
Met andere woorden: Wij geven de kinderen een vast groente- en fruitmoment
op school, we kiezen hiervoor, omdat:
– De kinderen zo op een leuke manier samen kennismaken met groenten en fruit;
– Dit kinderen aanmoedigt hun smaak te ontwikkelen;
– Dit helpt kinderen in te laten zien waarom gezonde voeding belangrijk is, nu en later als ze groot zijn; Het is makkelijker om jong een gezonde leefstijl aan te leren, dan op latere leeftijd een ongezonde leefstijl af te leren;
– Uit onderzoek is gebleken dat kinderen in Rotterdam vaak (te) weinig groente en fruit eten;
– Kinderen die regelmatig en gezond eten, zich beter kunnen concentreren en daardoor beter leren in de klas;
– Het is duurzaam. Veel soorten fruit en groente hebben een relatief lage klimaatbelasting.
Op maandag, dinsdag en donderdag nemen de kinderen ook een lunchpakket en iets te drinken mee. De kinderen lunchen in de eigen groep, samen met de leerkracht.
Groep 1 t/m 5 eten hun lunch om 12.00 uur. De groepen 6 t/m 8 lunchen om 12.20 uur.
Tips voor een verantwoorde lunch vanuit Het Voedingscentrum:
Het lunchtrommeltje kan een puzzel zijn: het moet lang lekker en goed blijven. Zeker in de zomer zonder koelkast sta je als vader en moeder voor een uitdaging.
– Gebruik een stevige broodtrommel die goed sluit.
– Geef geen vleeswaren mee die snel bederven, zoals rosbief, fricandeau of filet americain.
Betere keuzes zijn 30+ kaas, zuivelspread of hüttenkäse.
– Maak brood met kaas de avond ervoor klaar en leg het in de vriezer. Geef het ’s ochtend mee naar school. Als het tijd is om te lunchen is het brood ontdooid en is de kaas niet zweterig.
– Notenpasta of pindakaas (van 100% noten of pinda’s zonder toegevoegd zout of suiker) blijft lang goed. Dit is ook lekker met wat schijfjes komkommer erop.
Alle leerlingen moeten zich op de basisschool veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Door regels en afspraken zichtbaar te maken, kunnen leerlingen en volwassenen elkaar aanspreken op de regels en afspraken, wanneer zich ongewenste situaties voordoen. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle leerlingen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan.
Leerkrachten, leerlingen, ouders en de Medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk ons pestprotocol.
De school moet proberen om pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de leerlingen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden besproken en afgesproken. Als pesten zich voordoet, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.
Een pestprotocol alleen is niet voldoende om een eind te maken aan het pestprobleem. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te laten komen, zodat het ook preventief kan werken.
Daarnaast is een stappenplan afgesproken om zo snel mogelijk in te spelen op ongewenst (pest)gedrag. Geen voorval is hetzelfde, dus is alleen een algemeen kader te schetsen met de afspraken. Men blijft afhankelijk van de snelheid van signaleren, inschatting van de ernst door betrokkenen en de gevolgen van de maatregelen.
Overigens bevat onderstaande lijst geen nieuwe zaken, maar staan de al geldende handelingen op een rij. Hierbij is wel de informatie van school naar voornamelijk ouders van belang.
Stappenplan:
Het anti-pestprotocol is uitgangspunt. Aan het begin van een schooljaar wordt gedurende de “week van de beste maatjes” aandacht besteed aan dit protocol.
- Plagen is meestal niet erg, pesten wel.
- Na melding/signalering wordt door de betrokken collega meteen een gesprek met de gepeste en pester aangegaan om vervolgens in te schatten wat de ernst van de situatie is en of het al langer speelt. De inschatting van de leerkracht is hierbij doorslaggevend.
- Indien dergelijk pestgedrag zich herhaalt, worden de ouders van de gepeste en pester ingelicht, zodat de ouders weten dat er aan gewerkt wordt. De gesprekken worden doorgenomen met de pester/gepeste.
- Afhankelijk van de inschatting van de collega, kan het pestgedrag besproken worden in de groep, zodat meer kinderen ook een corrigerende functie krijgen.
- De Schoolgericht Maatschappelijk Werker kan ingezet worden na inschatting door de betrokken collega/intern begeleider.
- Binnen de school is een gedragsspecialist en pestcoördinator aanwezig.
- Vertegenwoordigers uit de groep kunnen het bespreekbaar maken in de leerlingenraad. Ook daar kan gevolgd worden of een bepaald voorval blijft voorkomen en kunnen kinderen met oplossingen komen.
- Als de genomen maatregelen geen effect hebben zal de locatieleider een gesprek hebben met de betrokken leerling(en) en ouders. Afhankelijk van de situatie zal naar oplossingen/maatregelen worden gezocht die de gepeste voldoende beschermen.
- Uiteraard wordt positief gedrag opgemerkt en beloond.
We willen onze leerlingen respect voor elkaar en voor de verschillende culturen in onze samenleving bijbrengen. Ze moeten leren verantwoord om te gaan met hun omgeving en streven naar behoud van natuur en milieu. Ze moeten zich kunnen ontwikkelen in een goed pedagogisch klimaat, waarin ze zich prettig en veilig voelen en goede sociale vaardigheden kunnen leren.
Bovenstaande is een krachtige samenvatting van ons pestprotocol. Op onze website kunt u het volledige pestprotocol vinden.
Wanneer het hele zorgtraject is doorlopen en kinderen binnen de school niet verder kunnen worden begeleid, wordt in overleg met de ouders gezocht naar een passende school binnen het Samenwerkingsverband.
De Albert Plesmanschool staat in principe positief tegenover het opnemen van kinderen met een specifieke behoefte. Per keer wordt zorgvuldig afgewogen wat de school kan bieden (zie ook Passend Onderwijs)
De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het verzamelen van voldoende relevante gegevens over de leerling. Het gaat hierbij om de resultaten van methode gebonden toetsen, schriftelijke overhoringen, repetities, schriftelijk werk en beurten in de groep. Deze gegevens vormen de basis voor het rapport, dat wordt meegegeven. In het rapport wordt zowel aandacht besteed aan de cognitieve aspecten als aan de creatieve en sociaalemotionele ontwikkeling. De kinderen krijgen twee keer per jaar – in februari en juni/juli – een rapport mee naar huis. Het rapport is voorzien van een toelichting voor de ouders. De groepsleerkracht zal bij problemen tussentijds contact opnemen met de ouders voor een gesprek. Wanneer de ouders zelf knelpunten signaleren wordt het op prijs gesteld als zij contact opnemen met de leerkracht. Naast de reguliere rapportages worden de ouders geïnformeerd over de resultaten van de CITO toetsen, waar de kinderen vanaf groep 1 aan deelnemen. Het doel van deze toetsen is per kind een objectief, methodeonafhankelijk leerlingvolgsysteem (LVS) bij te houden. Beide soorten toetsen, in combinatie met het beeld in de groep, maken het mogelijk vast te stellen of een kind een specifieke onderwijsbehoefte heeft.
- Religieuze feestdagen
Wanneer een leerling plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, heeft hij recht op verlof. Per verplichting geeft de school in principe één dag vrij. In verreweg de meeste situaties is dit voldoende om aan religieuze verplichtingen te kunnen voldoen. Als de leerling gebruik wil maken van deze vorm van extra verlof, moeten zijn ouders dit minimaal twee dagen van tevoren schriftelijk melden bij de directeur van de school.
Voor de volgende religieuze feestdagen verleent de school, na correcte melding, in ieder geval verlof.
JOODSE FEESTDAGEN
Joods paasfeest Pesach Wekenfeest Joods Nieuwjaar Grote Verzoendag Loofhuttenfeest Slotfeest Vreugd der Wet |
ISLAMITISCHE FEESTDAGEN
Offerfeest Suikerfeest
HINDOEÏSTISCHE FEESTDAGEN Lentefeest Lichtjesfeest |
De feestdagenkalender is opgesteld door de gemeente Rotterdam in overleg met de meest voorkomende religies in Rotterdam.
Leerlingvolgsysteem
De resultaten van de leerlingen worden, naast de toetsen uit de methodes, gevolgd via het CITO leerlingvolgsysteem.
Vanaf groep 3 t/m groep 8 worden ontwikkelingen van de leerlingen op de diverse vakgebieden op de voet gevolgd. De resultaten hiervan worden door de leerkrachten, intern begeleiders en de directie geanalyseerd tijdens de schoolbespreking. Op de rapporten worden de scores altijd genoteerd. Op spreekavonden zijn ze mogelijk onderwerp van gesprek. Zo kunt u zelf de vorderingen van uw kind bijhouden.
De school houdt de scores ook bij in grafieken, waarbij we uiteraard trachten de leerlingen steeds op een hoger niveau te krijgen.
In de schoolgids vindt u een grafiek met de resultaten van de afgelopen vier jaar.
Kind en Onderwijs Rotterdam
De stichting “Kind en Onderwijs Rotterdam” is dertien jaar geleden tot stand gekomen door een fusie van de voormalige stichting VPCS en stichting PCPO R’dam-Alexander. Op 27 scholen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs wordt christelijk onderwijs verzorgd.
Onze scholen staan in Rotterdam-Noord: de wijken Centrum, Delfshaven, Blijdorp, Crooswijk, Kralingen, Oude Westen, Prinsenland, Alexander, Ommoord, Zevenkamp, Nesselande en één school staat in Hoek van Holland.
Wij verzorgen onderwijs vanuit een christelijke traditie en dat is een fikse uitdaging in een multiculturele stad. Vanuit respect voor de eigenheid van de kinderen met andere religieuze en culturele tradities brengen wij hen in contact met de waarden waar wij in geloven: rechtvaardigheid, geloof, hoop en liefde. Dit zijn christelijke waarden, maar heel vaak blijkt dat dit ook universeel menselijke waarden zijn die de kinderen herkennen vanuit hun eigen religieuze achtergrond. Juist die ontmoeting is boeiend en verrijkend, niet alleen voor de kinderen maar ook voor ons als leerkrachten.
Binnen Kind en Onderwijs Rotterdam krijgen ruim 7500 leerlingen basisonderwijs, verzorgd door ongeveer 750 medewerkers.
Op www.scholenopdekaart.nl delen we informatie over de school met u.
Hoe groot is onze school eigenlijk? Waar staan we voor als school en wat kenmerkt ons? Wat vinden ouders en leerlingen van de school? Hoe scoort de school op de eindtoets? Wat zegt de Inspectie over ons? Al deze informatie over onze school, en andere scholen, vindt u op www.scholenopdekaart.nl.
Dit is een gezamenlijke site van de scholen zelf. Als basisscholen vinden we het belangrijk om een goed beeld te geven van het onderwijs; over hoe het praktisch en inhoudelijk is ingericht en wat de resultaten zijn. Op die manier bieden we openheid aan u als ouders en heeft u de mogelijkheid om hierover met ons in gesprek te gaan.
De meerwaarde van de site is dat scholen veelzijdige informatie tonen en dit allemaal op dezelfde manier doen. Daardoor is het mogelijk om de informatie van bijvoorbeeld onze school te vergelijken met het gemiddelde van andere, vergelijkbare, scholen. Verder geven scholen, als dat nodig is, een toelichting bij de cijfers.
De gegevens op de site komen van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Inspectie van het Onderwijs en van de scholen zelf. Initiatiefnemer van de site is de PO-Raad.
De schoolbel gaat ‘s morgens om 8.20 uur.
De kinderen hebben na de bel tien minuten de tijd om binnen te komen en in de klas te gaan zitten. De ouders wordt vriendelijk verzocht om na de tweede bel direct het gebouw te verlaten, zodat de lessen in alle rust kunnen beginnen.
In principe is het basisonderwijs in Nederland kosteloos. De school van uw kind krijgt geld van het ministerie van OCW. Dit geld is voor de basiskosten van het onderwijs: lesboeken, leerkrachten en de lessen die uw kind krijgt. Zo is het onderwijs voor uw kind gratis. Om iets extra’s te organiseren buiten de lessen om, mag de school een bijdrage vragen. Met deze vrijwillige bijdrage betalen we bijvoorbeeld de schoolreis, een bezoek aan een museum of een feestmiddag. Als u de bijdrage niet kunt betalen, hoeft u dit niet uit te leggen aan school. Uw kind mag gewoon meedoen aan deze extra activiteiten. Als de school te weinig geld heeft voor deze extra activiteiten, dan bedenkt ze andere plannen of regelt de financiering anders. De school zorgt dat alle leerlingen mee kunnen doen aan deze extra activiteiten.
Als het kan, blijft u dan alstublieft de ouderbijdrage betalen. Geef wat u wél kunt missen. En misschien kunt u meer missen dan het bedrag wat de school vraagt. Daarmee helpt u een ander gezin en een ander kind. De ouderbijdrage wordt gebruikt voor bijzondere activiteiten die het onderwijs verrijken. De ouderbijdrage wordt vooral ingezet voor de bekostiging van: feesten, musicals, bezoeken aan musea en concerten, sportdagen en traktaties met Sinterklaas, Kerstmis en Pasen.
Schoolgericht maatschappelijk werk
Aan onze school is ook schoolgericht maatschappelijk werk verbonden. Dat betekent dat twee dagdelen per week een maatschappelijk werker op de school aanwezig is. We zijn als school blij met deze mogelijkheid, omdat we daarmee weer meer deskundigheid binnen de school halen.
Het schoolgericht maatschappelijk werk is mogelijk door de samenwerking tussen de gemeente en de scholen (schoolbesturen). Op deze manier zijn we beter in staat in te spelen op de specifieke problemen, die te maken hebben met het welzijn van kinderen. De maatschappelijk werker heeft de deskundigheid, de kennis en kent beter de manier voor verdere hulp op dit gebied.
Wanneer u met haar in contact komt, is dat meestal via de intern begeleider of via de leerkracht. Uiteraard kunt u ook zelf bij de maatschappelijk werker aankloppen.
De maatschappelijk werker, mw. Labrie, is aanwezig op maandag en donderdag.
In het schooljaar 2022-2023 telt de Albert Plesmanschool ongeveer 250 leerlingen, verdeeld over negen groepen. In totaal heeft de school circa 25 medewerkers.
– Schoolreis/werkweek/kamp/sportdag
Jaarlijks organiseert de school een sportdag en een schoolreis.
De groepen 1 t/m 6 gaan op schoolreis.
De groepen 7 en 8 gaan niet op schoolreis, maar op werkweek of op afscheidskamp.
Via de schoolapp wordt u hierover verder ingelicht.
Met de ouders wordt overlegd of 4-jarigen mee kunnen op schoolreis.
De schooltijden voor de groepen 1-8 zijn gelijk. Alle groepen zijn op woensdag– en vrijdagmiddag vrij. Alle leerlingen gaan 25,45 uur per week naar school. Het aantal schooluren tijdens de basisschoolperiode blijft gelijk.
De schooltijden zijn:
maandag/dinsdag/donderdag: 08.30-15.00 uur
woensdag /vrijdag: 08.30-12.45 uur
Kind en Onderwijs Rotterdam heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten voor alle leerlingen. Deze verzekering is geldig gedurende schooltijden en voor alle door de school georganiseerde activiteiten, zoals werkweken, schoolreizen en excursies. De verzekering dekt de volgende risico’s:
- Overlijden
- Algehele blijvende invaliditeit
- Geneeskundige kosten
- Tandheelkundige kosten
- Voor een volledig overzicht kunt u terecht bij de directeur.
- Op beschadigde persoonlijke eigendommen, zoals kledingstukken en brillen, is deze verzekering niet van toepassing. Hiervoor dient men zelf een W.A.-verzekering af te sluiten. Dit geldt ook voor de fietsen die op het schoolplein staan. De school is hier niet aansprakelijk voor.
Maatregelen preventie schoolverzuim
Wanneer een kind niet is afgemeld, wordt er vanuit de school naar huis gebeld.
Regels in geval van schoolverzuim
Kinderen zijn vanaf hun vijfde jaar leerplichtig. Dat betekent dat zij onderwijs dienen te volgen aan een school voor basisonderwijs. Hoewel de ouders in eerste instantie verantwoordelijk zijn in deze, wil de school graag helpen die verantwoordelijkheid te dragen. In het belang van het kind moet getracht worden het verzuim tot een minimum te beperken.
Te laat komen:
Wanneer uw kind regelmatig te laat komt, wordt u daar als ouder op aangesproken door de leerkracht en d.m.v. een zogenaamde “telaatbrief” geïnformeerd over het te laat komen. Wanneer uw kind structureel te laat blijft komen, zal de directie na een gesprek met de ouders contact opnemen met de leerplichtambtenaar.
Hieronder volgen puntsgewijs de belangrijkste wettelijke regels wat betreft schoolverzuim:
- Ziekte of bezoek aan een arts en dergelijke dienen voor schooltijd telefonisch of schriftelijk gemeld te worden. Als het kind weer beter is en naar school kan, doen ouders een telefonische hersteldmelding
- Aanvragen voor (een) extra vakantiedag(en) moeten altijd schriftelijk en zes weken van tevoren met redenen omkleed worden ingediend bij de directie. In verband met de scherpe regels is de kans op toestemming overigens uiterst gering.
- Verzoeken om een middag of ochtend vrij, aansluitend op een vakantie of weekend om daardoor de drukte te vermijden, worden niet gehonoreerd.
- Vrijaf voor vakantie buiten de vastgestelde schoolvakanties wordt alleen verleend als dit de enige mogelijkheid is om dat jaar gezamenlijk op vakantie te gaan. De aanvrager moet dit kunnen aantonen, bijvoorbeeld met een verklaring van een verplichte afwijkende vakantieperiode door de werkgever.
- Er kan buiten de vastgestelde vakantieperiodes geen toestemming worden verleend voor een tweede vakantie in een schooljaar, met uitzondering van een medische indicatie.
- Ongeoorloofd schoolverzuim wordt onmiddellijk ter kennis gesteld van de leerplichtambtenaar, die vervolgens een onderzoek instelt.
- Een vijfjarig kind mag zonder toestemming vijf uur per week verzuimen en vijf uur per week met toestemming. Dit verzuim moet wel gemeld worden bij de leerkracht. In totaal kan er zo tien uur – ofwel ongeveer de helft van de normale schooltijd – worden afgeweken van de leerplichtregel. Deze uren mogen niet worden opgespaard voor een extra vakantie.
Het Bevoegd Gezag (College van Bestuur) kan een leerling voor een periode van ten hoogste 5 dagen schorsen. Daarbij moet het Bevoegd Gezag (CvB) aangeven wat de reden is voor de schorsing. Dat moet schriftelijk aan de ouders bekend gemaakt worden. Verder moet
het Bevoegd Gezag (CvB) de Inspectie van het Onderwijs en de leerplichtambtenaar in kennis stellen van een schorsing voor een periode langer dan 1 dag en daarbij de reden vermelden. Bij een schorsing van 1 dag stelt de school alleen de leerplichtambtenaar in kennis van de schorsing.
In bepaalde gevallen kan een leerling van school verwijderd worden (wanneer schorsen al meerdere keren is toegepast of wanneer uw kind iets ernstigs heeft gedaan, bijvoorbeeld geweldpleging). Dan heeft deze leerling geen toegang meer tot de school. Ook het gedrag van ouders of de relatie tussen de school en ouders kan reden zijn om tot verwijdering over te gaan. Bij bedreiging, belediging, schelden/schreeuwen (wanneer dit een bedreiging of belediging betreft) kan er tevens aangifte gedaan worden bij de politie.
Bij verwijdering gelden de volgende regels:
-voor de verwijdering moet het Bevoegd Gezag (CvB) luisteren naar het verhaal van de ouders, de leerling en de betrokken groepsleerkracht;
-het Bevoegd Gezag (CvB) moet de leerplichtambtenaar direct inlichten over het besluit tot verwijdering;
-het Bevoegd Gezag (CvB) moet altijd aangeven wat de reden is van de verwijdering.
-U kunt als ouders bezwaar maken tegen de verwijdering en dit bezwaar indienen bij het Bevoegd Gezag (CvB) van de school. De school moet u nogmaals horen, u kunt uw bezwaar toelichten en de rapporten en adviezen bekijken die zijn opgesteld. Tijdens de bezwaarprocedure mag de betreffende leerling niet geschorst worden. Het schoolbestuur zoekt dan samen met de school, de ouders en het samenwerkingsverband naar een passende, tijdelijke oplossing. Binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift besluit de school opnieuw over de verwijdering.
Wanneer de ouders zelf vragen hebben over hun kind, is een gesprek met de groepsleerkracht de eerste stap. Een gesprek met de intern begeleider kan de tweede stap zijn. Samen met de ouders wordt dan geprobeerd de beste oplossing voor het probleem van het kind te vinden.
Situering van de school
De Albert Plesmanschool is centraal gelegen in de wijk Ommoord in Rotterdam en richt zich met betrekking tot haar leerlingenbestand op de hele wijk. De school werd in 1973 opgericht.
Iedere laatste vrijdagochtend voor een vakantie is er voor de kinderen uit de groepen 1 en 2 een speelgoedochtend. De kinderen mogen dan hun favoriete speelgoed meebrengen om er samen met hun klasgenoten mee te spelen. Vechtspeelgoed, neppistolen, grote watersoakers etc. en ander speelgoed, dat agressie uitlokt, is op school niet toegestaan.
De kinderen van groep 1 t/m 8 hebben hun sportdag in combinatie met de Koningspelen.
In het primair onderwijs mogen scholen zich laten sponsoren. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan het bestuur of de school, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt waarmee leerlingen en/of ouders in schoolverband worden geconfronteerd. De meest voorkomende tegenprestatie is vermelding van de sponsor op de website of in de schoolgids. Het college van bestuur van Kind en Onderwijs Rotterdam onderschrijft het convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring”. Kortweg komt het convenant sponsering erop neer, dat eventuele sponsors nooit de inhoud van het onderwijs kunnen en mogen bepalen. Een aanbod voor sponsoring wordt altijd ter instemming voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. De directie van de school zal ervoor zorgdragen dat sponsoring voldoet aan de afspraken in het convenant. Het convenant staat op de website van de stichting Kind en Onderwijs Rotterdam.
De Albert Plesmanschool kent geen vaste spreekuren. Ouders die een leerkracht, IB-er of de directeur willen spreken, kunnen te allen tijde een afspraak maken.
De begeleiding en inzet van stagiaires van de PABO
Studenten van Hogeschool InHolland (afd. PABO) zijn van harte welkom voor een stage op de Albert Plesmanschool. Met uitzondering van nieuwe leerkrachten zijn in principe alle leerkrachten beschikbaar voor stagebegeleiding.
Ook studenten van o.a. het Albeda college en Zadkine College zijn welkom. Zij volgen de opleiding “onderwijsassistent” en willen, in veel gevallen, later naar de PABO gaan.
Voorts staan wij open voor studenten, die een zogenaamde maatschappelijke of snuffelstage moeten lopen.
Mevrouw van der Kaaden is de ‘Opleider in de School’. Zij regelt alle zaken betreffende de stageplaatsen.
Belonen en straffen
Op de Albert Plesmanschool proberen de leerkrachten en andere begeleiders zoveel mogelijk gewenst gedrag van de kinderen te benadrukken en te benoemen. Juist door het prijzen van kinderen, te benoemen wat er wél goed gaat en het belonen van gewenst gedrag, denken wij dat we ongewenst gedrag kunnen verminderen.
Ook bij het Taakspel, dat in de groepen 4 en 5 wordt gespeeld, worden leerlingen uitgedaagd om positief gedrag te laten zien. Het gewenste gedrag krijgt direct en veel aandacht, terwijl het ongewenste gedrag zoveel mogelijk wordt genegeerd. Het klimaat in de klas wordt daardoor prettiger.
Toch ontkomen we er helaas niet aan om af en toe ongewenst gedrag te bestraffen. Hierbij willen we wel benadrukken dat de bestraffing wel in verhouding moet staan met het ongewenste gedrag. Ook vinden wij dat de straf vrijwel meteen moet volgen op het ongewenste gedrag. Voor onze kinderen moet het duidelijk zijn waarvoor en waaróm er wordt gestraft. Het kan voorkomen dat een kind even een poosje een “time-out” nodig heeft. Betreft het een kort afzonderingsmoment, dan wordt het kind in het zicht van de leerkracht even op de gang geplaatst. Is een wat langere “time-out” noodzakelijk, dan wordt de leerling bij een andere groep geplaatst. In beide gevallen zal er met het betreffende kind worden gesproken waarom de leerkracht besloot tot het geven van een “time-out”.
Klassikale straffen vinden wij geen goede manier van corrigeren. De kinderen die goed en gemotiveerd meedoen met de les worden gestraft, terwijl zij geen aanleiding hebben gegeven voor de klassikale straf. Ook wordt bij klassikaal straffen de aandacht juist op het ongewenste gedrag gevestigd en we willen juist gewenst gedrag benadrukken.
De Stichting Jeugdtandverzorging heeft tot doel het bevorderen van de mondgezondheid van de jeugd van 2 tot 18 jaar. Zij biedt de (vrijwillig) deelnemende kinderen een vorm van tandheelkundige verzorging, waarbij het voorkómen van tandbederf voorop staat. Door uitgebreide voorlichting en persoonlijk advies wordt geprobeerd een gezonde mond met een gaaf gebit te behouden. De Stichting heeft daartoe medewerkers in dienst zoals tandartsen, kindertandverzorgenden, mondhygiënisten, preventieassistenten en assistenten.
Meer informatie kunt u vinden op http://www.jeugdtandverzorging.net/jeugdtandverzorging-locatie-rotterdam.html.
De zorg wordt verleend in een gloednieuwe praktijk aan Rusthoflaan 26, tel 010-2140733
Techniek
Techniek is overal om ons heen en is heel belangrijk voor onze samenleving. De techniek ontwikkelt zich snel en iedereen komt er mee in aanraking.
Kinderen moeten leren dat veel om ons heen gebaseerd is op technische ontwikkelingen en dat techniek niet ingewikkeld is, maar dat technische kennis en vaardigheden nuttig zijn. Ontwikkelen van deze kennis en vaardigheden passen bij uitstek bij onze missie ‘’ Als basis voor het uitvliegen’’.
Door de lessen willen we de kinderen enthousiast maken voor wetenschap en techniek, zodat bij keuzes in het vervolgonderwijs een technische opleiding zeker overwogen zal worden.
Techniek werkt als ontwikkelingsinstrument om andere talenten bij kinderen aan te spreken en draagt er toe bij dat kinderen zich op een brede manier ontwikkelen. Tijdens de technieklessen leren de kinderen op een andere manier. Techniek vraagt om probleemoplossend denken en dat kan weer als hefboom werken bij andere vakken.
Met het techniekonderwijs willen we ertoe bijdragen dat de leerlingen die gebaat zijn bij andere leerstijlen aangesproken worden door de handelende werkvormen die in het techniekonderwijs vanzelfsprekender gehanteerd worden. Dit draagt ongetwijfeld bij aan hun gevoel van competentie en autonomie en daardoor aan hun welbevinden.
In het schooljaar 2023-2024 verzorgt een vakdocent Techniek en Handvaardigheid . M
Tijdens onze technieklessen werken we veilig, maar de les timmeren staat wél op het programma. Natuurlijk leren de leerlingen tijdens deze lessen hoe ze veilig kunnen werken.
Een brug bouwen van papier, hout en touw is een écht samenwerkingsproces! En wat dacht u van de vliegwedstrijd, waarbij leerlingen hun eigen vliegtuig ontwerpen en maken, dat is nadenken over (vlieg)techniek en ontwerpen!
Via onderzoeken en ontwerpen gaan we vooral dingen maken. Niet altijd om mee naar huis te nemen, we werken ook met materialen voor de ervaring. Allerlei technieken komen aan bod die we ook in de samenleving terugvinden. Soms werken de leerlingen individueel, soms samen, maar hun overleg over het proces is áltijd mogelijk én belangrijk! Ook zijn er bij techniek veel nieuwe woorden. Die gebruiken we én de betekenis van de woorden worden besproken met de leerlingen, ook in de onderbouw! Zo komen onderzoeken, ontwerpen, maken, taal én rekenen (meten) bij elkaar in één les: techniek!
Daarnaast hebben we nog losse lessen die aansluiten bij andere vakken, lessen van gastdocenten (ouders die vanuit hobby of beroep iets met techniek doen), excursies en projecten.
Zie Kinder Service Hotels
Wanneer een leerling onze school verlaat, dan krijgt de ontvangende school buiten de administratieve gegevens ook een onderwijskundig rapport. Daarin staat informatie over de betreffende leerling en de gebruikte methodes. Hiervan ontvangen de ouders een kopie.
Jarige kinderen mogen trakteren in de eigen groep. De jarige mag met een vriendje of vriendinnetje een aantal klassen rondgaan. De kinderen trakteren alleen de leerkrachten uit hun eigen gang (en eventueel de directie en het onderwijsondersteunend personeel).
Het wordt erg op prijs gesteld, als u voor een verantwoorde traktatie kiest. In de kleuterhal hangt het LekkerFit!rek met daarin suggesties voor een gezonde traktatie.
Een keer per jaar is er een dag waarop de leerkrachten gezamenlijk hun verjaardag vieren. Deze verjaardag wordt gevierd aan de hand van een thema dat per jaar kan verschillen. De kinderen mogen op deze dag verkleed komen. Er wordt geen lesgegeven, maar er worden andere activiteiten gedaan. U hoeft niet voor een pauzehap en drinken te zorgen, want de kinderen krijgen dit op school.
Een cadeautje voor de juf of meester is natuurlijk leuk, maar geen verplichting. Voor de groepen 5 t/m 8 wordt in de weken voorafgaand aan de teamverjaardag een talentenjacht georganiseerd. Op de dag zelf is de grote finale, waarbij ouders ook welkom zijn.
- Extra verlof dient schriftelijk te worden aangevraagd bij de directie, via een formulier dat bij de administratie of via de website verkrijgbaar is. Dit formulier moet door de ouders worden ingevuld.
- Leerkrachten worden via een blauw briefje geïnformeerd over de al dan niet geoorloofde afwezigheid van een leerling.
- Huiswerk wordt alleen meegegeven bij toestemming voor het verzuim en na overleg met de groepsleerkracht.
Religieuze Feestdagen
Wanneer een leerling plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, heeft hij recht op verlof. Per verplichting geeft de school in principe één dag vrij. In verreweg de meeste situaties is dit voldoende om aan religieuze verplichtingen te kunnen voldoen. Als de leerling gebruik wil maken van deze vorm van extra verlof, moeten zijn ouders dit minimaal twee dagen van tevoren schriftelijk melden bij de locatieleider van de school.
Voor de volgende religieuze feestdagen verleent de school na correcte melding in ieder geval verlof:
JOODSE FEESTDAGEN
Joods paasfeest Pesach
Wekenfeest
Joods Nieuwjaar
Grote Verzoendag
Loofhuttenfeest
Slotfeest
Vreugd der Wet
ISLAMITISCHE FEESTDAGEN
Offerfeest
Suikerfeest
HINDOEÏSTISCHE FEESTDAGEN
Lentefeest
Lichtjesfeest
Op verschillende manieren wordt op school informatie verzameld over leerlingen. Vaak is de groepsleerkracht hierbij betrokken, omdat deze de leerling observeert en gesprekken voert met de kinderen, ouders, intern begeleiders en andere betrokkenen. De gegevens worden verzameld in het hiervoor beschreven leerlingdossier. Aan het eind van het cursusjaar worden deze gegevens door de groepsleerkracht gescreend.
Belangrijke informatie wordt genoteerd op het overgangsformulier en besproken met de volgende leerkracht en de intern begeleider. Wat niet van belang is, wordt vernietigd. De overige gegevens worden overhandigd aan de intern begeleider, die ze opnieuw screent en de relevante informatie verwerkt in het dossier van de leerling. Hierna worden overige gegevens vernietigd.
Binnen Rotterdam worden van alle scholen ook andere gegevens verzameld. U moet daarbij o.a. denken aan de scores op de Eindtoets van groep 8.
Op de Albert Plesmanschool wordt zorgvuldig omgegaan met de privacy van onze leerlingen. In verband met het geven van onderwijs, het begeleiden van onze leerlingen, en de vastlegging daarvan in de administratie van de school, worden er gegevens over en van leerlingen vastgelegd. Deze gegevens worden persoonsgegevens genoemd. Het vastleggen en gebruik van deze persoonsgegevens is beperkt tot informatie die strikt noodzakelijk is voor het onderwijs. De gegevens worden beveiligd opgeslagen en de toegang daartoe is beperkt. De school maakt ook gebruik van digitaal leermateriaal. De leveranciers van die leermaterialen ontvangen een beperkt aantal leerlinggegevens. De school heeft haar leveranciers strikte afspraken gemaakt over het gebruik van persoonsgegevens, zodat misbruik wordt voorkomen. Leerlinginformatie wordt alleen gedeeld met andere organisaties als ouders daar toestemming voor geven, tenzij die uitwisseling verplicht is volgens de wet. In het privacyreglement is beschreven hoe de school omgaat met haar leerlinggegevens, en wat de rechten zijn van ouders en leerlingen. Het reglement geldt voor alle scholen binnen Kind en Onderwijs Rotterdam. Op de website van Kind en Onderwijs Rotterdam kunt u het privacyreglement lezen.
Vervanging bij ziekte, studieverlof, scholing
Wanneer een leerkracht afwezig is, wordt gezocht naar een vervanger. Wanneer er geen vervanger beschikbaar is, wordt er een andere oplossing geboden. Zo kunnen de kinderen verdeeld worden over andere groepen, of wordt er (incidenteel) een leerkracht ingezet die op die dag taken buiten de groep had.
Is een bepaalde klas gedurende een jaar al verschillende keren verdeeld of is een leerkracht ziek voor een langere periode dan kan het zijn dat leerkrachten van andere groepen ingezet worden om in die groep les te geven. Dit betekent dat de groep van de desbetreffende leerkracht verdeeld wordt.
Een groep wordt maximaal 2 dagen verdeeld. Is er dan geen vervanger gevonden dan kan het zijn dat u uw kind moet thuis houden. Dit gebeurt maximaal 2 dagen en u wordt hiervan tevoren op de hoogte gesteld.
Schoolverzekering voor leerlingen
Kind en Onderwijs Rotterdam heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten voor alle leerlingen. Deze verzekering is geldig gedurende schooltijden en voor alle door de school georganiseerde activiteiten, zoals werkweken, schoolreizen en excursies. De verzekering dekt de volgende risico’s:
- Overlijden
- Algehele blijvende invaliditeit
- Geneeskundige kosten
- Tandheelkundige kosten
- Voor een volledig overzicht kunt u terecht bij de directeur.
- Op beschadigde persoonlijke eigendommen, zoals kledingstukken en brillen, is deze verzekering niet van toepassing. Hiervoor dient men zelf een W.A.-verzekering af te sluiten.
Dit geldt ook voor de fietsen die op het schoolplein staan. De school is hier niet aansprakelijk voor.
Zie schoolverzuim
Wij bieden primair onderwijs dat, gebaseerd op onze identiteit, missie en visie, door ons wordt vertaald naar ambities, doelen en opbrengsten. Wij toetsen, evalueren en verbeteren, daar waar nodig, de kwaliteit van ons onderwijs voortdurend. De resultaten van ons onderwijs bespreken wij open met elkaar, met ouders, ketenpartners en overige belanghebbenden.
Samen leren leven betekent in ons onderwijs dat wij ook aandacht besteden aan thema’s zoals burgerschap en (sociale) veiligheid. Met dit complete onderwijsconcept beogen wij een bijdrage te leveren aan de vorming van een veilige leer-, woon- en leefomgeving voor nu en in de toekomst.
Wij houden rekening met de leefwereld van onze kinderen (en hun ouders), hun ambities en de hedendaagse manier van leren en passen ons onderwijsconcept hierop aan.
Ieder kind beschikt over specifieke talenten, daarom houdt de school rekening met de individuele (cognitieve, creatieve en sociaal-emotionele) mogelijkheden van ieder kind. In 2017-2018 heeft het team onze visie herijkt. De komende jaren willen wij de onderstaande visieregels realiseren:
- Wij leren onze leerlingen dat ieder kind er toe doet, vanuit een respectvolle en positieve leeromgeving.
- Wij leren onze kinderen hun verantwoordelijkheid te nemen en zelfstandig te zijn.
- Wij werken met moderne leermiddelen.
- Wij benutten elkaars kwaliteiten d.m.v. samenwerkend leren.
- De school is een veilige plaats waar rust, structuur en voorspelbaarheid kenmerkend zijn.
- Wij bieden opbrengstgericht passend onderwijs
Het is niet mogelijk individueel onderwijs te geven. Het leerstofjaarklassensysteem is de basis waar vanuit gedacht wordt. We werken met de leerlingen vanuit jaargroepen. Wel wordt er uitgegaan van een basisstof, aangevuld met aandacht voor kinderen die daar niet zonder extra hulp aan kunnen voldoen en kinderen die verrijkingsstof aankunnen. Binnen een kennisgebied kunnen naast de basisinstructiegroep, twee andere groepen instructie op niveau krijgen. Deze twee groepen kunnen ook aangepast verwerkingsmateriaal krijgen. Kinderen die niet binnen deze drie groepen vallen, krijgen in overleg met de IB-er een aangepast programma of materiaal. Er is extra aandacht en een passend aanbod in lessen en materialen voor meer- en hoogbegaafde leerlingen.
We streven de kerndoelen na, zodat onze leerlingen bij het verlaten van de basisschool over een breed kennisniveau beschikken en optimaal aansluiting vinden bij het voortgezet onderwijs.
De overgang naar het voortgezet onderwijs
In het traject van verwijzing van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs volgen wij de Overstaproute, ontwikkeld door vertegenwoordigers van deze scholen in het FOKOR en KoersVO. Voor meer informatie zie www.deoverstaproute.nl.
Rond juni krijgen ouders in een persoonlijk gesprek met de leerkracht van groep 7 een Voortgezet Onderwijs-indicatie. Deze is gebaseerd op de resultaten in de groep het leerlingvolgsysteem en de werkhouding. Bij dit gesprek is de leerkracht van groep 8 aanwezig.
Vanaf oktober zijn er op de scholen voor voortgezet onderwijs informatieavonden.
De ouders van de leerlingen uit de groepen 7 en 8 kunnen in december ook een informatieavond over dit onderwerp bij ons op school bezoeken.
In januari ontvangen de ouders en de leerling een uitnodiging om in een persoonlijk gesprek over het definitieve advies van gedachten te wisselen. Uitgangspunten bij dit gesprek zijn:
De beoordeling van de leerling door de groepsleerkracht (in overleg met de leerkracht van groep 7, de intern begeleider en de directie tot stand gekomen).
- De wensen van de leerling.
- De gegevens van de resultaten in de groep en het LVS.
- De mening van de ouders.
Na dit gesprek krijgen de ouders van ons het basisschooladvies schriftelijk mee.
De inschrijving bij de school voor Voortgezet Onderwijs gebeurt in maart door de ouders zelf met behulp van het aanmeldformulier
Met de leerlingen spreken we over de mogelijke vormen van voortgezet onderwijs en hoe het er daar aan toe gaat. Wanneer wij als school informatiemateriaal krijgen, zorgen wij dat dit wordt verspreid, maar steeds vaker wordt voor deze informatievoorziening gebruik gemaakt van internet.
Vanaf schooljaar 2014-2015 zijn alle basisscholen verplicht een Centrale Eindtoets af te nemen. De Albert Plesmanschool maakt gebruik van de Route8 Eindtoets, die wordt afgenomen in april. De uitslag van de eindtoets kan een reden zijn om het advies te herzien.
Formulieren voor een bijdrage in de studiekosten zijn verkrijgbaar op de nieuwe school.
De school adviseert de ouders om een nieuwe leerling ongeveer vier keer een ochtend aan school te laten wennen. Het kind moet dan om 8.25 uur worden gebracht en aan het eind van de ochtend weer worden opgehaald. Het is niet de bedoeling dat de ouders bij het kind blijven. In overleg met de leerkracht kan een geschikte ochtend gekozen worden. Wenochtenden worden van tevoren afgesproken. De leerkracht neemt hiervoor contact op met de ouders.
Soms bestaan er gegronde redenen om een kind op een bepaalde dag niet te laten wennen, bijvoorbeeld op een feestdag, in de drukke maand december of de dag van een schoolreisje. Bij de inschrijving maakt de directie de ouders hierop opmerkzaam. Bij ziekte van de groepsleerkracht kan het wennen gewoon doorgaan bij de vervanger.
Kinderen wier eerste schooldag direct na de zomervakantie valt, kunnen niet wennen voor de vakantie. De kans is te groot dat het kind na de vakantie in een andere groep komt bij een andere leerkracht.
Als de groep een uitstapje maakt, dan worden er voor die ochtend geen ‘wenkinderen’ gepland. Is er voor die ochtend toch afgesproken, dan zal de groepsleerkracht met de ouders een andere afspraak maken.
– Schoolreis/werkweek/kamp/sportdag
Jaarlijks organiseert de school een sportdag en een schoolreis.
Dit jaar staat de schoolreis gepland op 8september. De groepen 1 t/m 6 gaan naar Oud Valkeveen in Naarden.. De bijdrage hiervoor bedraagt ongeveer €25 per kind. (Door de weersomstandigheden kan voor een alternatieve bestemming gekozen worden.)
De groepen 7 en 8 gaan niet op schoolreis, maar op werkweek of op afscheidskamp.
Groep 7 gaat van 17 /tm 19 april op ‘werkweek’ in kamphuis Specht te Austerlitz.
Groep 8 gaat van 5 t/m 7 juli op eindkamp naar kamphuis Lipke Zijlstra te Austerlitz.
Wij gaan er vanuit dat uw kind, als het vier jaar is en bij ons op school gaat starten, zindelijk is en in een voldoende mate zelfstandig het toilet kan bezoeken. Praktisch gezien hebben de groepsleerkrachten niet de mogelijkheden om naast hun werk ook de zindelijkheid te trainen. Het is voor uw kind zelf ook prettiger als het zindelijk is.
Natuurlijk letten wij erop dat uw kind, indien nodig, bijtijds naar het toilet gestuurd wordt.
Soms gebeurt er nog wel eens een “ongelukje“. Dit is echt niet erg en we zullen uw kind natuurlijk verschonen. De kleding van school verwachten we wel weer schoon terug op school.
Wanneer er bij een kind iets wordt ontdekt wat extra zorg behoeft, dan wordt een vaste procedure gevolgd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij leerproblemen, lichamelijke problemen en sociaal-emotionele problemen. In de eerste plaats worden de ouders geïnformeerd. Vervolgens wordt de ontwikkeling van het kind besproken in de leerlingbespreking en wordt de te volgen strategie bepaald. In samenwerking met de intern begeleider kiest de groepsleerkracht een passende aanpak. Na zes weken worden de resultaten van dit plan besproken en wordt het vervolgtraject uitgezet. Zo nodig kan, na overleg met de ouders, ook externe hulp worden ingeschakeld.
Extra zorg voor kinderen, kan ook bedoeld zijn voor de goed tot zeer goed presterende leerlingen. Voor deze kinderen is voor hen nieuw en prikkelend materiaal beschikbaar. Mw. Van der Kaaden is gespecialiseerd in de begeleiding van meer- en hoogbegaafde leerlingen en ondersteunt de leerkrachten bij de begeleiding van meer- en hoogbegaafde leerlingen. Verder beschikt ons team over een rekenspecialist, mw. De Lange, en een gedragsspecialist, mw. Van ‘t Zelfde.
Voor zorg op maat is een orthotheek (materialen voor de zorgstructuur) beschikbaar. Daarin is allerlei materiaal aanwezig om met de kinderen mee aan het werk te gaan. In overleg met de intern begeleider wordt naar aanleiding van de leerling-besprekingen bekeken welke leerlingen voor extra zorg in aanmerking komen. De eigen leerkracht biedt de leerling extra hulp in de groep, eventueel in overleg met de intern begeleider. Kinderen die moeite hebben met de reguliere lesstof, worden zo lang mogelijk op hun niveau bij de lesstof van de groep gehouden.
Wanneer leerkracht en intern begeleider geen passende oplossing voor een kind kunnen vinden, kan er intern overlegd worden met de Schoolcontactpersoon Passend Primair Onderwijs. Zij geeft aan de hand van onderzoek en/of observaties adviezen voor begeleiding in de groep. Hierbij staat de onderwijsbehoefte van het kind centraal (wat heeft het kind nodig?) In overleg kan besloten worden om voor de leerling (met het oog op het welbevinden en de cognitieve ontwikkeling) een eigen leerlijn uit te zetten. Daarnaast hebben wij een verrijkings-aanbod voor meer-/hoogbegaafde leerlingen die onvoldoende uitgedaagd worden met het aanbod in de klas. Alle leerlingen met leerachterstanden op minimaal 2 vakgebieden (vanaf groep 6) en leerlingen met een PPO –arrangement (vanaf groep 1) krijgen een ontwikkelingsperspectief (OPP). D.m.v. het OPP wordt de resterende leertijd gepland zodat de ontwikkeling zo goed mogelijk kan verlopen. Ouders en leerlingen zijn betrokken bij het opstellen, uitvoeren en evalueren.
– Extra ondersteuning
Meestal kunnen problemen van kinderen – al dan niet in overleg met de ouders – door de groepsleerkracht binnen de eigen groep opgelost worden. Toch kunnen zich problemen voordoen die voor de leerkracht moeilijk zijn op te lossen of waarover hij of zij met een collega wil praten. Ook kan het zijn dat een leerling bij het leerlingvolgsysteem (LVS) opvalt. Om in dit soort gevallen te voorzien, hebben we op onze school leerling-besprekingen ingesteld. Deze besprekingen worden ieder cursusjaar van tevoren gepland en staan onder leiding van de intern begeleider. Daar worden de leerlingen, over wie extra zorg bestaat, besproken.
Op de leerlingbespreking worden afspraken gemaakt over eventuele verdere stappen. Hierbij valt onder meer te denken aan:
- De leerling zal worden getest of geobserveerd op school door de intern begeleider.
- De leerling is al getest en/of geobserveerd en zal speciale begeleiding ontvangen binnen de groep.
- De leerling zal worden besproken met de Schoolcontactpersoon van PPO Rotterdam.
- De leerling kan via de Schoolcontactpersoon aangemeld worden bij PPO Rotterdam.
- Leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte worden besproken binnen het Zorgoverleg (ZOAP).
- De school neemt na overleg met en toestemming van de ouders contact op met een externe deskundige.
- De problemen zijn niet zo ernstig dat op korte termijn actie moet worden ondernomen; na enige maanden komt de leerling terug op de leerlingbespreking.
- Het probleem is weer goed door de groepsleerkracht op te vangen of niet meer van toepassing en de leerlingbespreking wordt wat deze leerling betreft afgesloten.
- Uiteraard worden de ouders bij alle stappen in het zorgtraject betrokken.
– Betrokkenen in het traject van zorgbreedte
- groepsleerkrachten
Als eerst verantwoordelijken proberen zij eventuele problemen eerst in de groep op te lossen, met behulp van een intensieve aanpak en/of een individueel Ontwikkelingsperspectief. Hierin wordt het doel voor de resterende onderwijstijd vastgesteld, met een passende aanpak in de groep en een passend uitstroomdoel. - intern begeleiders
Samen met de groepsleerkracht bespreken de intern begeleiders de ambities en de aanpak op groepsniveau om kinderen zoveel mogelijk passend onderwijs te geven. Daarnaast testen of observeren zij kinderen, die ondanks aangeboden hulp, problemen houden. Tenslotte onderhouden de intern begeleiders het contact met de wijk, School Maatschappelijk Werk, Passend Onderwijs en deskundigen van externe instanties.
– Over leesproblemen en dyslexie
Een op de tien leerlingen in het basisonderwijs heeft moeite met leren lezen. Veel leesproblemen kunnen worden voorkomen dan wel verholpen in het basisonderwijs. Bij leerlingen met ernstige leesproblemen of dyslexie is het nodig om het Protocol Leesproblemen en Dyslexie te hanteren. Dit is uitgegeven voor de groepen 1-4 en voor de groepen 5-8. Beide protocollen zijn op school aanwezig en worden gehanteerd in overleg met de leerling en zijn ouders.
Passend onderwijs, rekening houdend met wat wenselijk en haalbaar is voor het kind. Daarbij komen vragen aan de orde als:
– Wat heeft het kind precies nodig?
– Welke kennis heeft het al?
– Welke knelpunten moeten worden opgelost?
– Wie kan ons daarbij eventueel helpen?
De school heeft ook haar beperkingen, om de eenvoudige reden dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden in het opvangen van kinderen. De volgende grenzen worden onderscheiden:
- Grondslag van de school.
- Verstoring van rust, welbevinden en veiligheid.
- Verhouding van verzorging/behandeling en onderwijs.
- Verstoring of stagnatie van het leerproces.
- Gebrek aan opname capaciteit.
In het SchoolOndersteuningsProfiel (SOP) van de Albert Plesmanschool staat beschreven waar onze grenzen liggen en wat onze ambities in de toekomst zijn, wat betreft het aanbod aan kinderen met speciale behoeften. Het gecomprimeerd SOP is te lezen op de website.
– Signalering door de ouders
Wanneer de ouders zelf vragen hebben over hun kind, is een gesprek met de groepsleerkracht de eerste stap. Een gesprek met de intern begeleider kan de tweede stap zijn. Samen met de ouders wordt dan geprobeerd de beste oplossing voor het probleem van het kind te vinden.
– Doubleren
Wanneer er ernstige zorg bestaat over de ontwikkeling van een kind, neemt de leerkracht vanzelfsprekend contact met de ouder op. Bij twijfel over de mogelijkheid van een kind om naar de volgende groep te gaan, wordt een vast traject bewandeld, dat in het kort hierop neerkomt: ·De leerling wordt op een leerlingbespreking besproken.
Er is hulp geboden door de groepsleerkracht in de vorm van een handelingsplan.
De ouders worden uiterlijk direct na de leerlingbespreking van februari/maart ingelicht over de zorg die er bestaat over de ontwikkeling van het kind.
Het kind wordt op sociaal‑emotioneel gebied getoetst en zo nodig vult de groepsleerkracht een vragenlijst in.
Er wordt gezocht naar een oplossing waarin de ouders en de school zich kunnen vinden.
De uiteindelijke beslissing ligt bij de school, vooral bij de groepsleerkracht in overleg met de intern begeleider, die daartoe is gemandateerd door de directie.
– Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften
Wanneer het hele zorgtraject is doorlopen en kinderen binnen de school niet verder kunnen worden begeleid, wordt in overleg met de ouders gezocht naar een passende school binnen het Samenwerkingsverband.
De Albert Plesmanschool staat in principe positief tegenover het opnemen van kinderen met een specifieke behoefte. Per keer wordt zorgvuldig afgewogen wat de school kan bieden (zie ook Passend Onderwijs).
– Zwemmen
De kinderen van de groepen 4 en 5 krijgen een les bewegingsonderwijs in zwembad ‘De Zevenkampse Ring’. De ouders ontvangen aan het begin van het schooljaar een briefje van de gemeente Rotterdam, waarop zij kunnen verklaren dat zij er geen bezwaar tegen hebben dat hun kind aan het schoolzwemmen deelneemt. De lessen worden gegeven door zweminstructeurs onder de pedagogische verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Het vervoer van en naar het zwembad vindt plaats per bus.
– Zwemtijden
De groepen 4 en 5 zwemmen om de week volgens een rooster, dat aan het begin van het schooljaar wordt uitgereikt.